Vormt noordelijke gevelwand tussen Eiermarkt en Geernaartstraat. Tot 1786 ingenomen door de Sint-Kristoffelkapel en aanpalende huizen, onder meer een pand van zes traveeën en één bouwlaag onder mansardedak van 1757, twee houten puntgevels op bakstenen benedenpui en op de hoek van de Geernaartstraat een smalle trapgevel uit de 17de eeuw. Oorspronkelijk ontwerp van 1792 voorzag een gevel van negenendertig traveeën met een middenrisaliet van vijf traveeën en twee hoekrisalieten van elk drie traveeën Van de geplande gevel zijn pas in 1820 twintig traveeën tot stand gekomen. Ontwerp van architect H. Fonteyne (Brugge) in 1930 voorziet een nieuwe gevelwand, waarvan slechts veertien traveeën zijn gerealiseerd.
Nummer 22: verankerde bakstenen gevel in neobarokstijl, vier + drie traveeën en drie bouwlagen. Drie linker traveeën oplopend in trapgevel (9 treden + topstuk). Overvloedig gebruik van zandsteen voor hoekblokken, kozijnconstructies met aansluitende speklagen en ornamenten als cartouches, kraagstenen, mascarons en Maria met Kind op hoek.
Rechts nummers 23 en 24: neorenaissancegevel met soortgelijk gebruik van zandsteen. Rechter risaliet oplopend in gevel met in- en uitgezwenkte top en driehoekig fronton.
Nummer 25 en 26 zijn resultaat van eenheidsproject van 1820.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, z. nr. 1820; Kaarten en plannen, nr. 199.
- CONSTANDT L. (ed.) 1988: Stenen herleven, 111 jaar "Kunstige Herstellingen" in Brugge 1877-1988, 152-153.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 220.