Diephuis van twee + drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Kern uit de 17de eeuw (?). Tot 1902 paalt aan de zijgevel een torentje op zeshoekig grondplan, mogelijk overblijvend van het Muntatelier, zie Marcus Gerards (1562). 1902: afbraak van de toren, bekleding van de zijgevel met imitatieblokken, toevoeging van kantelen en trapgevel (6 treden + topstuk), toevoeging van schouderstukken en topstuk aan voorgevel en herschikking van de vensters.
Verankerde, bepleisterde en beschilderde tuitgevel. In de loop van de 19de eeuw aangepaste, rechthoekige openingen op arduinen lekdrempels, beluikt op begane grond van zijgevel. Rondboogvormig zoldervenster. Bewaarde voetenschraper.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 113/1902.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 235.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)