Eenheidsbebouwing van respectievelijk drie, twee en drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen) gevat tussen twee puntgevels. Vormt oorspronkelijk één bouwvolume op U-vormige plattegrond, thans opgesplitst in drie panden. Huidig uitzicht resultaat van opeenvolgende wijzigingen. Vroegere structuur van 18de-eeuws herenhuis deels afleesbaar van Poppkaart (1865) en interieur. Uitzicht uit het eerste kwart van de 20ste eeuw doch oude kern, zie 16de-eeuwse achter- en puntgevel van nummer 30; aangepaste muuropeningen met 18de-eeuws houtwerk bewaren afgeschuinde dagkanten en ontlastingbogen; geveltop met beluikte korfboogopeningen en in top gevat in rondboognis. Verankerde bakstenen lijstgevel met gebruik van zandsteen voor kruis- en bolkozijnen, ornamenten als aanzet- en sluitstenen van ontlastingsbogen en ter verfraaiing van de dakvensters. Rechthoekige bovenvensters; rechts deurvenster met smeedijzeren 18de-eeuwse leuning. Twee dakvensters met driehoekige frontonbekroning en rondboogvormige muuropening in geprofileerde omlijsting.

Interieur nummer 30. Twee traveeën brede tweebeukige kelder onder voorhuis; gordelbogen op middenzuil. Kelder achteraan met tongewelf. Op verdieping 18de-eeuws salon aan straatzijde met kamerhoge houten lambrisering; ingemaakte kasten; bewaard hang- en sluitwerk; alkoofnis; getamponeerde brede planken vloer; moerbalken. Vooraan 18de-eeuws spant, getelmerkt. Achteraan gedeeltelijk bewaarde sporenkap. Voormalige koetsdoorrit met rondboogarcade uitgevend in koetshuis straat.