Classicistisch herenhuis van zeven traveeën en drie bouwlagen onder schilddak. Uit het eerste kwart van de 19de eeuw, oorspronkelijk empiregevel, huidig uitzicht van 1850. Vóór 1850: links rondboogpoort onder erker van bel-etage, imitatiebanden en rondboogvensters op de begane grond; rechthoekige bovenvensters in vlakke omlijsting en ruitvormige mezzaninovensters. Heden bepleisterde en witbeschilderde lijstgevel met neoclassicistische inslag. Behouden doch meer geaccentueerde poortrisaliet, verhoogde mezzanino met vierkante vensters en meer uitgesproken profileringen van de vensteromlijstingen op arduinen lekdrempels, doorgetrokken op tweede bouwlaag. Links poortrisaliet gemarkeerd door een korfboogpoort in arduinen omlijsting geflankeerd door dito geblokte pilasters; behouden bovenlicht met sierlijke gietijzeren waaier; versierde zwikken; aansluitend balkon op zware consoles en gietijzeren leuning; deurvenster in entablement van arduin. Eenvoudig hoofdgestel op klossen. Verlaagde benedenvensters herleid tot winkelraam en toegang tot de handelszaak ingepast in de vroegere koetspoort.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 39/1850.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 254.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)