Breedhuis van vier + vier traveeën en drie bouwlagen onder twee zadeldaken (Vlaamse pannen) van 1680 met latere aanpassingen onder meer verlagen van de bovenvensters in 1930. Deels gecementeerde, deels beschilderde lijstgevel met centrale getrapte top (6 treden + topstuk met bolbekroning) en twee houten dakkapellen met wolfsdak uit de 19de eeuw; zijgevel met twee aansluitende getrapte toppen (links 4 en 5, en rechts 6 treden + topstuk). Beschilderde begane grond met afgeschuinde hoek; doorlopende lekdrempels op de tweede bouwlaag. Rechthoekige openingen, op begane grond in geprofileerde omlijstingen met oren. Verzorgd houtwerk onder meer rolluikkasten.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 477/1930.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 292.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)