Diephuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (tichelen); bakstenen trapgevel (9 treden + topstuk) uit de 18de eeuw, vermoedelijk met integratie van de pui uit de 17de eeuw. "Kunstige Herstelling" uit 1951-1953 naar ontwerp van architect J. Beyne (Brugge) waarbij onder meer natuurstenen stijlen tussen de licht getoogde bovenvensters zijn toegevoegd en het topstuk hermetseld boven hun doorgetrokken druiplijst. Overkragende bovenverdieping onder de geprofileerde puilijst opgevangen door een rondboogfries van rode baksteen met mascarons en imposten. Spiegels in de borstweringen van de bovenvensters. Typerend topstuk met getoogd zoldervenster en oculus in vlakke omlijsting.