Eenheidsbebouwing van respectievelijk vijf traveeën en van drie traveeën, één afgeschuinde hoektravee en twee traveeën, en drie bouwlagen, ontstaan vanuit het stilistisch streven naar een neoclassicistische eenheidsbebouwing bij de heraanleg van de zuidelijke helft van de Geldmuntstraat in 1859. Het hoekcomplex is ontworpen door de toenmalige stadsarchitect Jean-Brunon Rudd (1792-1870) en illustreert duidelijk zijn voorkeur voor het neoclassicisme.
De gevel van het beeldbepalende hoekhuis op de spitse hoek van de Geldmunt- en de Sint-Amandsstraat onderging in 1985-1986 een historiserende "Kunstige Herstelling" naar ontwerp van architect E. Van Biervliet, op basis van de oorspronkelijke plannen van architect J.B. Rudd, waarbij onder meer voor de eerste maal in Brugge veel aandacht ging naar een gepaste kleurstelling. Ook de winkelpui werd naar het oorspronkelijke ontwerp van Rudd teruggebracht. Voorts werd het pleisterwerk hersteld. De architect won met deze restauratie de "Eerste Prijs van de Vereniging van de Historische Steden van België".
Het hoekcomplex heeft een bepleisterde en beschilderde, neoclassicistische lijstgevel waarvan verschillende onderdelen (pilasters en sokkels van de begane grond) van arduin zijn. De bovenverdieping wordt geritmeerd door pilasters. De venstertraveeën zijn oplopend in het dakvenster met in- en uitzwenkende of klokvormige belijning of onder driehoekige frontonbekroning met bij het hoekhuis gereconstrueerde bolspitsen van koper. Rechthoekige vensters in geprofileerde omlijstingen met oren; doorgetrokken lekdrempels en onder meer gietijzeren balkon- en vensterleuningen. Behouden 19de-eeuws houtwerk met afgeronde hoeken. Eenvoudig, gekornist hoofdgestel op uitgewerkte consoles van terracotta, zie ook dito balusters van zoldervensters. Omlopende winkelpui met geblokte pilasters van arduin; afwisselend rechthoekige en rondbogige uitstalramen. Nummers 39-41 met recentere puien.
Het hoekhuis bevat geen noemenswaardige interieurelementen.
Deze tekst is een samenvoeging van volgende twee teksten:
- CONSTANDT L. (ed.) 1988: Stenen herleven. 111 jaar kunstige herstellingen in Brugge. 1877-1988, Brugge, 194-195.
- GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18na, Brussel – Turnhout, 71 en 296.