Gelegen aan de hoek met Speelmansrei. Diephuis van drie + drie/één traveeën en twee bouwlagen; en achtervleugel van drie traveeën + twee traveeën, onder zadeldaken (Vlaamse pannen). 15de-16de-eeuwse kern. In 1750 nieuwe pui in classicistische stijl, waarbij ook de bovenbouw wordt aangepast. In de loop van de 19de eeuw wijzigen muuropeningen.

Verankerde witbeschilderde tuitgevel van baksteen afgewerkt met vlechtingen. Op begane grond pui met steekbogige deur en vensters. Op de hoeken en rond de centrale deur imitatieblokken, bekroond door een doorlopend kordon. Rechthoekige bovenvensters met T-ramen en bewaarde afgeschuinde dagkanten. Smeedijzeren hijshaak in de top. Zijgevel: twee keldervensters, op begane grond drie rechthoekige vensters met terugliggende houten lateien, dagkanten deels met peerkraalprofiel. Uitkragende gootmuur op laatgotische spitsboogfries op geprofileerde natuurstenen consoles, rechts onderbroken door vensters met afgeschuinde kant. Achtervleugel met in het midden tuitgevel. Rechthoekige muuropeningen, deels met afgeschuinde dagkanten en ontlastingsbogen. Tussen voor- en achtervleugel op kelderverdieping en begane grond kleine aanbouw van vroegere latrine, onder zadeldakje (daktegels), met tuitgeveltje en rondboogvenster.

Interieur. Kelders met houten balkenzoldering. In achtervleugel bepleisterd en 18de-eeuws lijstwerk. Zoldering op verhoogde begane grond in achtervleugel met twee geprofileerde moerbalken met op balksleutels inschriften "Maria" en "an MV C II". Dakconstructie vooraan met twee schaargebinten en deels door hanenbalken verbonden keperparen, achtervleugel met eikenhouten schaar- en nokgebinte.