Zogenaamd "het schietspel", zie opschrift in de cartouches. Enkelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen); jaartalankers 1674 ter hoogte van de tweede bouwlaag. Resultaat van historiserende "Kunstige Herstelling" in 1895-1896 naar ontwerp van architect J. De Bisscop (Brugge): onder meer verbouwen van 16de-eeuwse benedenverdieping; deur en kruisvensters worden gevat in korfboognissen, geprofileerde dagkanten op versierde voetstukken; de Lodewijk XVI-deuromlijsting wordt vervangen door een tudorboogdeur met gedeeld bovenlicht; invoegen van kruiskozijnen en cartouches in de boogvelden van topvensters; twee rechter traveeën krijgen een getrapte top met getorst topstuk en bolornament. In 1983 consoliderende "Kunstige Herstelling" naar ontwerp van architect P. Salens (Brugge). Verankerde bakstenen trapgevels (respectievelijk 10 + 8 treden en 4 + 5 treden en topstuk) met uitgewerkte ankers. Gebruik van zandsteen onder meer voor plint; kozijnconstructies, op begane grond van geelachtige baksteen gevat in korfboognis; bovenvensters met negblokken en over de penanten doorlopende onder-, tussen- en bovendorpels. Beluikte rondboogopening en smeedijzeren windvaan in de linker trapgevel. Bewaarde zij- en achterpuntgevel van verankerde baksteen.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 160/1895, nr. 1625/1982.
BEERNAERT B., Open Monumentendag Vlaanderen, Ezelstraatkwartier, Brugge, 1989.
CONSTANDT L., Stenen herleven, 111 jaar "Kunstige Herstellingen" in Brugge 1877-1988, 1988, p. 116-117.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 343.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
Het pand bewaart een sporenkap met flieringen op dubbele schaargebinten. De gespannen zijn telkens met twee hanenbalken verstevigd. De dakkap werd oorspronkelijk van zuid (achtergevel) naar noord geschraagd door een stijlgebinte, een schaargebinte, opnieuw een stijlgebinte, een schaargebinte en ten slotte een stijlgebinte dat verdween bij de sloop van de oorspronkelijke uitkragende houten gevel. In de dekbalk van het middelste stijlgebinte zijn de inkavelingen zichtbaar van een stijlwand die het onderste deel van de zolder in twee kamers verdeelde. Op de dekbalken van de gebinten liggen de kinderbalken van een vlieringzolder.
De oprichting van deze dakkap is dendrochronologisch gedateerd tussen 1413 en 1428. De spiltrap in de beplankte trapkoker behoort mogelijk tot deze bouwfase.
VAN EENHOOGE D., DEBONNE V. & HANECA K. 2018: Middeleeuwse dakkappen in Brugge en ommeland. Een catalogus, Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed 97, Brussel.