Voormalige herenwoning met tuin van 1764 gebouwd in opdracht van D. Coppens, burgemeester van het Brugse Vrije in plaats van een laatgotisch pand "Hof de Gros" zogenaamd naar bouwheer Jean de Gros; afgebeeld bij Marcus Gerards (1562) als twee loodrecht op elkaar staande vleugels met in de oksel een slanke traptoren. Sinds 1978 architectenbureau.
Laatclassicistische lijstgevel met rococo-inslag, van elf traveeën en drie bouwlagen onder leien schilddak. Bepleisterd en beschilderd in lichtgroene kleur. Middenrisaliet van drie traveeën bekroond door driehoekig fronton met oculus; registerindeling gemarkeerd door de gekorniste puilijst, de kordon vormende lekdrempels van de beneden- en bovenvensters en het hoofdgestel boven de mezzanino. Getoogde poort van 1883 en benedenvensters in vlakke omlijsting met uitgewerkte sluitsteen; dito sluitsteen toegepast in het risaliet zowel voor de rechthoekige bel-etagevensters als de segmentbogige mezzaninovensters; bijkomende kroonlijst voor alle bel-etagevensters; in het risaliet op rijk versierde consoles. Poort met bewaard en verzorgd houtwerk.
Interieur. Tweebeukige kelder van vier traveeën met kruisribgewelf opgevangen door zuilen met teniet lopend profiel en kraagstenen. Traditionele plattegrond en ruimtewerking; koetsdoorrit met links vestibule. Eikenhouten bordestrap met twee trappalen in roccocostijl. Begane grond. Inkomhal: twee 15de-eeuwse balksleutels - duidelijk niet meer op hun oorspronkelijke plaats -, de ene met het wapenschild van Karel de Stoute, de andere met het wapenschild van de familie de Gros. Gang waarvan wanden voorzien van marmerbeschildering en geleed door pilasters met classicistische kapitelen; voorts witte en zwarte marmeren tegels. Enfilade van drie salons, de voormalige zit-, muziek- en eetkamer, aangekleed in een neorococostijl, zie marmeren schouwen, stucwerk op de plafonds, wandbespanning met veloutépapie op jute, gordijnkasten met rocailles, en deuren onder meer glasdeur.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier 770.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, 65/1883.
- BEERNAERT B., Open Monumentendag. Via Europa, reisverhalen in steen, 1999, p. 105-111.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 343-344.