Breedhuis van vijf en vier traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (Vlaamse pannen). Verankerde bakstenen lijstgevel op beschilderde plint met luikopening, opklimmend tot de 17de eeuw met aanpassingen uit de 18de eeuw, onder meer de bedaking en de bepleisterde en beschilderde centrale dakkapel tussen volutes en bekronend driehoekig fronton, uit de 19de eeuw. De geblokte ontlastingsbogen in de ontpleisterde gevel geven de behouden 17de-eeuwse dubbelhuisopstand aan; echter aangepaste, omlijste muuropeningen met rocaillesluitsteen uit de 18de eeuw en arduinen lekdrempels en houtwerk uit de 19de eeuw. Op de bredere penant boven de deur met buitentrap en ijzeren leuning, rococobeeld van Maria met Kind en lantaarn op ijzeren arm.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 345-346.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)