Laatclassicistisch herenhuis uit de eerste helft van de 19de eeuw als verbouwing van twee diephuizen, zie kelders, verankering en gecementeerde achtergevels. In 1855 toevoegen van lekdrempels. Enkelhuis van zeven traveeën en twee en een halve bouwlaag onder zadeldak. Bepleisterde en witbeschilderde lijstgevel met gebruik van arduin voor plint en de aangepaste omlijsting van de rondboogpoort. Rechthoekige vensters, op de mezzanino haast vierkante met bewaard 17de-eeuws houtwerk. Eenvoudig hoofdgestel.

Interieur. Volledig onderkelderd; links kelder met tongewelf en rechts kelder met twee graatgewelven gescheiden door gordelboog. Dakgebint uit 16de-17de eeuw; drie schaar- en nokgebinten, links met hergebruikte kepers van ouder spant, achteraan met koningsstijl tot aan de hanenbalk; rechts twee dubbele schaar- en nokgebinten.