erfgoedobject

Herenhuis met koetshuis

bouwkundig element
ID
29704
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29704

Juridische gevolgen

Beschrijving

Gelegen aan de hoek met Engelsestraat. Imposant herenhuis is fasegewijs tot stand gekomen op een ongeveer 1800 m2 groot erf dat eigendom was van een rijke handelaar of patriciër. Huis I, zie de veldstenen muur en huis II, zie de huidige tuinmuur met twee kaarsnissen met keperboog vormde in de oudste bouwperiode samen met huis II een nog groter kerndomein. Omstreeks 1300 werd het erf opgesplitst en verscheen een nieuw huis op het nieuwe eigendom, zie nummer 13. Begin 14de eeuw: uitbreiding van het huis aan Sint-Jansstraat met een even diep bouwvolume (III); in de loop van de 16de eeuw grondig verbouwd. Na 1562 - want nog niet afgebeeld op Marcus Gerards - werd een huis (IV) opgetrokken aan de Engelsestraat in het verlengde van het hoekhuis. Huidig laatclassicistisch uitzicht van hoofdgevel en interieurs bepaald door invoeging van de poorttravee en verbouwing van vroegere gevels tot hoge doorlopende lijstgevel in vermoedelijk 1836 of kort daarna toen toestemming werd gegeven voor het bouwen van de poorttravee en trappenhuis met gevelsteen met jaartal 1572, laatst genoemde vermoedelijk herbruik.

Enkelhuistype van zes + vijf/zes traveeën en twee en een halve bouwlaag onder schild- en zadeldaken (Vlaamse pannen). Bepleisterde en beigebeschilderde lijstgevel boven de grijze plint. Ordonnerende puilijst, kordon vormende lekdrempels en omlopend hoofdgestel met kroonlijst op klossen. Rechthoekige muuropeningen; vensters in geprofileerde omlijsting, benedenvensters met panelen op begane grond en op tweede bouwlaag in entablement met kroonlijst. Links poortrisaliet: imitatievoegen en hoekkettingen; ingeschreven rondboogpoort met waaier in het bovenlicht geflankeerd door twee langwerpige vensters. Grosso modo bewaard houtwerk.

Zijgevel: hoger 19de-eeuws deel en lager deel met oude kern aangegeven door schoorsteenschachten, achtergevel en aandak. Rechthoekige kelderluikopeningen en vensters, verhoogde begane grond met schuiframen uit de tweede helft van de 18de eeuw. Rechts beigebeschilderde bakstenen lijstgevel van koetshuis, wellicht 1836, aan de tuinzijde met twee grote rondboogpoorten.

Interieur. Kelder uit de 13de eeuw onder voorhuis (I) vermoedelijk in de 18de eeuw gebruikt als keuken, zie komfoortjes en deels betegeld met witte zogenaamd Delftse tegeltjes waarvan enkele versierd met vogeltjes; in het voorste gedeelte een nog oorspronkelijk parement met in de rechter zijmuur twee eenvoudige kaarsnissen met keperboog en de sporen van een oorspronkelijk keldervenster, de doorgang in de linker zijmuur gaat waarschijnlijk op de oorspronkelijke toegangsdeur terug; in de loop van 15de-16de eeuw verbouwd met een nieuw kruisribgewelf, maar ter hoogte van de keukennis in de linker zijmuur nog resten bewaard van het oorspronkelijk gewelf dat waarschijnlijk op een nu verdwenen centrale zuil steunde. Kelder (III) met balklaag voorzien van twee zware moerbalken ondersteund door zware korbelen; vooraan in rechter zijmuur een nu dichtgemetseld keldervenster.

Typerende planindeling en ruimtewerking met koetsdoorrit geritmeerd door Ionische pilasters, rechts onderbroken door symmetrisch tegen over elkaar geplaatste paneeldeuren toegang gevend tot de centrale vestibule over twee verdiepingen met ovale plafonddoorbreking met gaanderij op de verdieping en ovaal bovenlicht met geometrische roedeverdeling. Aan straatzijde twee laatclassicistische aangeklede salons: lambrisering met spiegels, marmeren schouwen en stucwerkplafonds. Empire engelse trap. Op bovenverdieping eenvoudiger aangeklede kamers.

Zolder: Huis III met middeleeuwse sporenkap met oorspronkelijk twee rijen hanenbalken, later verstevigd met schaargebinten. Huis IV: gaaf bewaarde kap met schaargebinten en door hanenbalken verbonden keperparen.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Verslag bouwhistorisch onderzoek door D. Van Eenhooge, 22 april 1999, 19 mei 1999.
  • Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota, 18 december 1998.
  • Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 40/1836.
  • DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 349.

Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA Noord, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De westvleugel behoort tot de oudste kern van het complex uit het begin van de 13de eeuw. Dit deel kende al op het einde van de 13de eeuw een eerste verbouwing. De huidige kap dateert uit het begin van de 16de eeuw, maar het centrale deel is nog een overblijfsel van de laat 13de-eeuwse kap.

De dakkap van de oostvleugel bewaart tien sporenparen van de oorspronkelijke dakkap. Elk sporenpaar is voorzien van twee halfhouts verbonden hanenbalken. Dendrochronologisch onderzoek van het eikenhout plaatst de oprichting van de dakkap tussen 1258 en 1278.

De oostvleugel van het achterhuis bevat een jongere kap. Deze sporenkap van 12 sporenparen telt per sporenpaar één hanenbalk. De flieringen rusten op een kromstijlgebinte met korbelen. Dendrochronologisch onderzoek dateert deze kap tussen 1384 en 1404.

  • VAN EENHOOGE D., DEBONNE V. & HANECA K. 2018: Middeleeuwse dakkappen in Brugge en ommeland. Een catalogus, Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed 97, Brussel: 26.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis met koetshuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29704 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.