Diephuis met enkelhuisopstand; vier traveeën, souterrain en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Opgetrokken als "Kunstige Herstelling" in 1926 naar ontwerp van architect A. Dugardyn (Brugge) in plaats van bepleisterde empiregevel van 1833. Verankerde bakstenen trapgevel (10 traveeën + topstuk) met neobarokinslag. Traditioneel materiaalgebruik: baksteenbouw met verwerking van Euvillesteen voor onder meer plint, muuropeningen, ontlastingsbogen met aanzetstenen met mascaron boven de vensters. Vormgeving van de muuropeningen aansluitend bij 17de-eews patroon als bol-en kruiskozijnen en interpretaties als benedenvensters met gedeeld bovenlicht, alle met kleine roedeverdeling. Neobarokdeur in geblokte omlijsting met mascaron onder groot steekbogig bovenlicht met glas-in-loodraam in met ijzeren harnas.
Interieur. Gang en salon aan straatzijde met plafondlijstwerk en friezen in stucwerk, eerste kwart 19de eeuw.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 75/1833; Portefeuille 103, nr. 8.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 381.
CONSTANDT L. (ed.), Stenen herleven, 111 jaar "Kunstige Herstellingen" in Brugge 1877-1988, 1988, p. 146.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)