Zogenaamd "Den grooten Sint Jacob". Diephuis van vijf traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Klokgevel gedateerd "17 / 54", zie smeedijzeren cijfers. In 1919 naar ontwerp van architect A. De Pauw (Brugge), omvormen van de begane grond tot pui met neorococokalven en glas-in-lood-bovenlichten. Consoliderende "Kunstige Herstelling" van 1994-1996 naar ontwerp van architect J. Scherpereel (Brugge) onder meer het ontverven van de arduinen delen. Bepleisterde en lichtgrijsbeschilderde klokgevel met gebogen fronton. Gemarkeerde registerindeling door middel van puilijst en kordons; voorts ordonnerende hoekbanden met Franse voegen ter aflijning van de gevel en het middenrisaliet. Licht getoogde en gekoppelde vensters met sluitstenen en slanke, geprofileerde penanten; centraal deurvenster met balkon voorzien van smeedijzeren Lodewijk XIV-getinte leuning. Op verschillende plaatsen van de vensteromlijstingen, 18de-eeuwse steenhouwersmerken te identificeren met P.C. Trigalet en J. Lisse (Arquennes). 19de-eeuwse ramen met bewaarde beglazing. Huidige pui van 1988 bewaart op de waaiervormige bovenlichten na, de arduinen bekleding van 1919 met integratie van de centrale Lodewijk XIV-schouderboogdeur in omlijsting met geprofileerd beloop. Twee uithangborden met vergulde hand uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.