Breedhuis van drie traveeën en drie bouwlagen heden onder leien mansardedak. Lijstgevel van 1852 met latere wijzigingen onder meer in 1906 vervangen van schild- door mansardedak en toevoegen dakkapel. Neoclassicistische, bepleisterde en witbeschilderde lijstgevel op onderbouw met later parement van arduin en rechthoekige pui. Licht getoogde bovenvensters in geprofileerde omlijsting met oren, neorococosluitsteen en festoen; lekdrempels van bovenvensters ondersteund door gegroefde consoles; op tweede bouwlaag, balkonleuning met verguld hert, kordon vormende lekdrempels. Aflijnende fries van panelen en steigergaten met bloemmotieven onder de kroonlijst op klossen. Dakkapel opgevat als aedicula met driehoekig fronton voorzien van mascaron en samengestelde rondboogvensters gescheiden door gecanneleerde zuilen. Oorspronkelijke T-ramen. Vlaggenmast.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 132/1906.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 391.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)