Breedhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder schilddak. Volledig herbouwde gevel van 1876 zie ontwerp waarop links nog een arkeltje is voorzien dat niet werd uitgevoerd of later herleid tot een gekanteelde bekroning als tegenhanger van de beëindiging van de rechter zijtravee . In 1886: aanbrengen van een balkon voorzien van smeedijzeren leuning boven de centrale erker. Baksteenbouw met gebruik van natuursteen en sierankers. Eclectische gekanteelde lijstgevel met uitgewerkte middentravee uitlopend op een trapgevel (3 treden + topstuk) tussen cilindervormige postamenten op kraagstenen van natuursteen. Gevelindeling volgens Brugse travee, type I; blinde ronde oculus in de boogvelden. Kruis- en bolkozijn in top. Centrale erker van de tweede bouwlaag gevat tussen uitkragende zijwanden van natuursteen en bekroond met het balkon van de lagere derde bouwlaag. Deels bewaard houtwerk met opschrift op "R/V/D" op de versierde panelen van de borstwering en "...majores epos ..." (?) op de lijst; oorspronkelijke neorenaissance naald voor de balkondeur.