Zogenaamd "In Sint-Jacob". Diephuis met in 1839 verbouwde voorpuntgevel. Oude 13de-eeuwse kern in de loop van de 14de eeuw verbouwd: onder meer toevoegen van bouwvolume links met trappenhuis. 1999: "Kunstige Herstelling" naar ontwerp van architecten K. Lantsoght en G. Vandenabeele (Brugge). Thans beraapte lijstgevel van drie traveeën en twee en een halve bouwlaag onder afgewolfd zadeldak. Grijze plint; hoge beluikte kelderopening met in de stoep ingewerkte toegangstrap. Ordonnerende kordon vormende lekdrempels en kroonlijst. Rechthoekige deur en vensters telkens in geprofileerde omlijsting, deur met arduinen buitentrap en smeedijzeren leuning. Achtergevel: verankerde bakstenen tuitgevel. Zijgevel onder meer met lavabonis en sporen van oudere openingen.

Interieur. Volledig onderkelderd pand met oorspronkelijke kaleilaag. Tweemaal vier traveeën; vierdelige kruisribgewelven; brede peerkraalprofielen rustend op drie zuilen met knoppenkapitelen; kalkstenen gewelfsluitstenen met decoratieve motieven onder meer drie ervan met mannenhoofden. Onder de straat, kleinere smalle kelder; tongewelf en boven de ingang, kruisribgewelf met sporen van beschildering met baksteenimitatie. Consoles van Doornikse steen. Verder onder de straat een drietal kaarsnissen. Op de begane grond ruime inkom met aansluitend trappenhuis; wenteltrap doorlopend tot tweede bouwlaag; twee zuilen, en achterwand op bovenverdieping met pilasters. Stucplafonds. Bovenkamers met oorspronkelijke balklagen. In westmuur, langwerpige drielobkaarsnissen, vermoedelijk drie per kamer. Zolderverdieping opgesplitst in zolder met bovenliggende vlieringzolder. Oorspronkelijke bekapping opgebouwd uit keperspanten met twee hanenbalken. Deze bekapping werd in 14de-15de eeuw versterkt met drie schaargebinten geplaatst op dwarsmuur en moerbalken.