Diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder afgewolfd zadeldak (Vlaamse pannen). Laat-classicistische gevel met enkelhuisopstand als verbouwing in 1838 van een ouder pand, zie hoge beluikte en betraliede kelderopeningen, waarvan één met in de stoep ingewerkte toegangstrap. Vernieuwen van houtwerk in 1928-1929. Bepleisterde en witbeschilderde lijstgevel op een plint van Doornikse steen. Verhoogde begane grond verlevendigd met imitatiebanden. Rechthoekige deur met arduinen buitentrap en smeedijzeren leuning. Rechthoekige vensters, op begane grond in vlakke omlijsting en op bovenverdieping in geprofileerde omlijsting en op kordon vormende lekdrempels.
Interieur. Klassieke 19de-eeuwse indeling; links gang en aansluitend op houten Engelse trap. Wanden geritmeerd door vlakke pilasters met Ionische kapitelen, versierd met gevleugelde vrouwenfiguur met bloemmotieven. Salon met trompe-l'oeil; schouw met gepleisterde boezem met twee pilasters met Corinthische kapitelen. Voorts ook beigekleurige marmeren schouw met versierde boezem.
Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota, 24 juli 1983.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 127/1838, nr. 443/1928, nr. 154/1929.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 421.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadswoning met laat-classicistische gevel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29900 (geraadpleegd op ).