Herenhuis van zeven + twee traveeën en twee bouwlagen als verbouwing in de loop van de 19de eeuw van de huizen eertijds zogenaamd "Leeuwenburgh", "De Nachtegaal" en "De Roode Coe". Vóór 1856 toevoegen van mezzanino. Geelbeschilderde lijstgevel van verankerde baksteen boven een grijze plint; drie betraliede en één beluikte kelderopening in steekboognis. Eerste en tweede bouwlaag met penantengevel uitzicht voortgaande op de steekboognissen met ingeschreven rechthoekige vensters en deur; de laatgotische basissen van de afgeschuinde en kwartrond geprofileerde dagkanten wijzen evenwel op de 16de-eeuwse oorsprong van de twee gevels. Rechthoekige deur in geprofileerde natuurstenen beschilderde omlijsting op laatgotische basementen. Vierkante mezzaninovensters op kordon vormende lekdrempels. Bewaard 19de-eeuws houtwerk, in de bovenvensters met uitgewerkte naald. Gevelsteentje met gotisch maaswerk en een cijfer. Achterhuis: verankerde bakstenen puntgevel met in de top een rechthoekige en korfbogige opening met afgeschuinde dagkanten. Zijgevel: vooraan steunbeer en spoor van rondboogopening.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 423-424 (hier onder nummer 60).
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)