Historische stadswoning “De Oude Steen”, archivalisch gedocumenteerd vanaf de 14de eeuw maar met delen die opklimmen tot het einde van de 12de eeuw. Breed diephuis met afgeknot zadeldak, drie bouwlagen hoog en volledig onderkelderd. Verbouwd in 1994-1995 naar ontwerp van architect Luc Vermeersch.
Aan de Wollestraat, bepleisterde en wit beschilderde neoclassicistische lijstgevel uit 1889 ter vervanging van trapgevel uit 17de eeuw. De drieledige winkelpui uit de 19de eeuw werd in 1994-1995 vervangen door de huidige indeling met drie rondboogopeningen en poort naar de achterzijde van het perceel. Bewaarde indeling van de tweede en derde bouwlaag met telkens vijf vensteropeningen. Kroonlijst op klossen en paneelfries.
Verankerde bakstenen achtergevel met bouwsporen uit late middeleeuwen en nieuwe tijd. Bovenste bouwlaag deel van de bouwfase uit de jaren 1880. Vensteropeningen gewijzigd in 1994-1995.
Historische kelder van 17,5 op 8,8 m (binnenwerks) met achteraan recente uitbreiding. Deels bewaarde keldermuren in lokale veldsteen (kiezelzandsteen van het Paniseliaan), in het noordoostelijke gedeelte met bewaarde eikenhouten balklaag (kinderbalken op centrale onderslagbalk), dendrochronologisch gedateerd tussen 1177 en 1205. Dat maakt van dit deel van de kelder het oudst gedateerde overblijfsel in opstand van een woonhuis in de Brugse binnenstad.
Veldstenen keldermuren opgebouwd met spaarbogen. Later gedichte lichtspleten in de spaarvelden en een rondboogopening in de zuidoostelijke keldermuur wijzen op de oorspronkelijk vrijstaande toestand van het huis. Muurnissen met mijterbogen in de muurdammen tussen de spaarvelden. Bij het uitgraven van de keldervloer in 1994 werden drie veldstenen sokkels van verdwenen standvinken aangetroffen. Aan de straatzijde werd één zijde van een deuropening (met bewaarde duim) en een overblijfsel van de keldertrap blootgelegd. De verbouwde noordoostelijke keldermuur bevatte doorgangen naar het achtererf aan de Kraanrei, wat voor de kelder een functie als stapelruimte suggereert.
Zuidwestelijke deel van de kelder verbouwd na circa 1340 en vóór 1616, wanneer in geschreven bronnen voor het eerst sprake is van de opdeling van de kelder in twee ruimtes. Bakstenen keldermuren met plaatselijk verwerking van hergebruikte 13de-eeuwse bakstenen. Haard in de noordwestelijke keldermuur. Bakstenen graatgewelven, centraal ondersteund door natuurstenen zuil met hergebruikte koolbladkapitelen, aan de zijde van de oudere balklaag ondersteund door bakstenen gordelbogen. Van de vier gewelfvakken is alleen het noordelijke vak nog oorspronkelijk. Het oostelijke vak werd gedeeltelijk verwijderd voor de aanleg van de liftkoker en de twee vakken aan de straatzijde zijn vernieuwd.
Gelijkvloers niveau met in 1994-1995 gewijzigde indeling. Deels bewaarde balklaag uit 17de eeuw, waaronder moerbalk met decoratieve schildering op de onderzijde van de balksleutels. Volgens waarnemingen in 1994-1995 strekken de resten van het veldstenen huis uit het einde van de 12de eeuw zich uit tot op de eerste verdieping. Op de gelijkvloerse verdieping werd in de noordwestelijke langsmuur (kant Markt) een overblijfsel van een oorspronkelijke vensteropening ontdekt, bestaande uit twee gekoppelde rondboogopeningen met een middenzuil.
Auteurs: Debonne, Vincent
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Debonne V. 2024: Herenhuis De Oude Steen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/433009 (geraadpleegd op ).
Eertijds zogenaamd "De Oude Steen". Breedhuis van vier/vijf traveeën en drie bouwlagen onder afgeknot zadeldak. Gevel van 1889 in plaats van trapgevel. Oude 13de-eeuwse kern, zie kelder. Bovenbouw uit de 17de eeuw, in 1885 en 1889 verbouwd tot een bepleisterde schermgevel met gevelbrede neoclassicistische winkelpui. In 1994-1995 verbouwd naar ontwerp van architect L. Vermeersch (Brugge) onder meer nieuwe winkelpui. Bepleisterde en witbeschilderde lijstgevel met imitatievoegen uitwaaierend boven rondboogvensters en -poort. Rechthoekige bovenvensters met afgeschuinde dagkanten. Kroonlijst op klossen en paneelfries. Achtergevel: verankerde bakstenen lijstgevel van vier traveeën en drie bouwlagen. Steekboogvensters met strekken en sporen van oudere openingen.
Interieur. Rechthoekige kelder met buitenmuren in veldsteen als restant van stapelruimte van een alleenstaand diephuis uit de 13de eeuw, die met een trap in de eerste travee in verbinding stond met de Wollestraat en op het achtererf uitgaf op de Kraanrei. Oorspronkelijk volledig met balkenzoldering, gestut door drie standvinken, waarvan de funderingen werden teruggevonden. Door bakstenen dwarsmuur nu verdeeld; vooraan deels 17de-eeuws, twee beuken, twee traveeën met graatgewelven op gordelbogen en centrale hergebruikte kalkzandstenen middenzuil met bladkapiteel, na verbouwing in 1994-1995 nog één gewelf oorspronkelijk; achteraan balkenzoldering, 13de eeuw (?), in latere fase op hoger niveau gebracht. In zijmuren restanten van spaarbogen, gekoppelde kaarsnissen met keperbogen en lichtopeningen met schuine dagkanten. Op begane grond, in linkerzijwand, een nu gedicht restant van een romaans venster met middenzuiltje.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Gilté S. & Vanwalleghem A. 1999: Herenhuis De Oude Steen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/29956 (geraadpleegd op ).