In 1896 ontwierp architect Ernest Pelgrims dit grote burgerhuis met achterliggend werkhuis voor aannemer H. Lauwaert. Pelgrims was een vaste waarde in Zurenborg, waar hij een belangrijk deel van zijn vroege oeuvre realiseerde. Hij ontwierp er burgerhuizen in eclectische stijl, met belangrijke invloed van de neo-Vlaamserenaissance, zowel prestigieuze woningen voor particulieren als sleutel-op-de-deurhuizen in reeksbouw van bescheiden formaat.
Deze burgerwoning in eclectische stijl vormt door formaat en verzorgd uitgewerkte gevel, een visitekaartje voor de plaatselijke aannemer Lauwaert, die zich kort na het openen van de Transvaalstraat, hier kwam vestigen. De stijl van het pand sluit aan bij het straatbeeld, waarin veel fantasierijke gevels aanwezig zijn met kleurrijke bakstenen parementen waarin vaak elementen uit de cottagestijl zijn verwerkt.
De woning telt drie traveeën en twee bouwlagen onder een leien zadeldak, dat met de nok haaks op de straat staat. Rechts tegen de woning, een lagere poorttravee met de doorgang naar de binnenplaats met werkhuis. Deze poorttravee werd in 1896 één bouwlaag hoog getekend, maar in 1905 met een bouwlaag opgetrokken. Woning en poorttravee zijn met een puntgevel beëindigd, waarbij de woning met het houten windbord een typisch cottagestijlelement kreeg, en de poorttravee bekroond is met een getrapte, met topornamenten versierde neo-Vlaamse-renaissancegeveltop.
Kleurrijke gevel, met blauwe hardsteen voor de plint en de kordonlijst, witte natuurstenen voor speklagen en decoratie van de muuropeningen en zwarte baksteen voor sierbanden en rollagen boven de muuropeningen. Het veelvuldige gebruik van hout is een invloed uit de cottagestijl: niet enkel het grote windbord in de geveltop, ook de balkons op de verdiepingen zijn in hout uitgevoerd. Op de twee eerste bouwlagen zitten segmentbogige muuropeningen met kleurrijk versierde waterlijsten, geaccentueerd door natuurstenen hoek- en sluitstenen. Nadruk op de geveltoppen: in de woning twee gekoppelde rondboogvensters met natuurstenen tussenzuil en wimberg, in groot rondboogveld en geflankeerd door twee smalle zoldervensters. In de top van de poorttravee, een oculus. In de zijgevel van de woning zit op de verdieping een bakstenen hoektoren ingewerkt, bekroond door een leien spits. Windbord en spits waren oorspronkelijke bekroond met smeedijzeren topstukken, die niet meer aanwezig zijn. Het schrijnwerk van de poort, van de deur en van de meeste vensters is origineel. Enkel het raam boven de voordeur is vervangen.
Achterin het perceel werd een werkhuis voor de aannemer gebouwd, een volume dat nog steeds aanwezig is. Het gaat om een baksteenbouw van twee bouwlagen en drie traveeën, onder een pannen zadeldak. De tuingevel kreeg een rood bakstenen puntgevel met witte natuurstenen speklagen. Brede segmentbogige muuropeningen, oorspronkelijk voorzien van kleine houten roedeverdeling. Twee deurvensters op de begane grond, een laaddeur in de geveltop.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1896 # 1745, 1905 # 81.
- S.N. 2013: Herwaarderingsplan Zurenborg, deel II: Inventaris, 133.