In mei 1868 tekende architect Eduard Keilig, de ontwerper van het Antwerpse Stadspark, een detailplan voor de hangbrug in het park. De brug kreeg een spanwijdte van 27,5 meter en rust op een deel van de voormalige aarden wal van de 'Herentalse schans'. De landhoofden van metselwerk zijn uitwendig versierd met kunstmatige rotsen.
Historiek
In 1869 waren de werken voor de aanleg van het Stadspark van Antwerpen, naar de plannen van de Duitse landschapsarchitect Eduard Keilig, voltooid. Keilig transformeerde de gedemilitariseerde Spaanse omwallingen en de Hollandse 'lunet van Herentals' tot openbaar park. Hij opteerde daarbij voor een opmerkelijk contrast tussen de grillige vijver met eiland en hangbrug enerzijds en een lange grashelling met steile rotspartijen en kiosk anderzijds.
Reeds van bij het begin was er sprake van de bouw van een hangbrug boven de vijver van het park. Op 13 mei 1868 waren de werken in het park zo ver gevorderd dat het college van burgemeester en schepen overging tot het opstellen van een programma voor het bouwen van de hangbrug. Het programma werd toegezonden aan verschillende firma's en schreef de te respecteren afmetingen, materialen en verankeringsmanieren voor. De kandidaten moesten hun voorstel, onder gesloten omslag en inclusief een prijsraming en betalingsvoorwaarden, verzenden naar het college. De verkozen firma zou de volledige verantwoordelijkheid voor de stabiliteit van de constructie op zich nemen. Slechts twee inzendingen werden genoteerd, met name deze van de Société Lucien Van der Elst et Cie te Braine-le-Comte met een raming van 17 500 frank en deze van de Etabl. Cail, Halot et Cie te Brussel met een raming van 10 950 frank. Op 22 juli 1868 gaf het college de opdracht aan het huis Cail en Halot. Zowel de plannen als de prijs ondergingen nog enkele aanpassingen.
De voorziene opleveringsdatum was 22 november 1868. De werken zouden echter enige vertraging oplopen, onder andere door het wachten op de kabels die in Engeland werden vervaardigd.
Op 6 augustus 1869 was de hangbrug volledig gemonteerd en klaar voor de testfase. De resultaten van de proeven bleken positief, waardoor de brug op 9 augustus 1869 klaar werd beschouwd.
In 1971, ruim 100 jaar na de ingebruikname van de brug, werd het bouwwerk onderworpen aan een inspectie. Daarbij stelde de 'Vereniging voor Arbeidsveiligheid en Kontrole' vast dat het instorten van de brug, door het breken van één van de verzwakte kabels, niet denkbeeldig was. Bij verder onderzoek bleek bovendien dat de brugleuning en de metalen dwarsliggers eveneens sterk gecorrodeerd waren en dat ook het houtwerk van de brug vervangen diende te worden. Daarop werd de brug en de eronder gelegen weg tijdelijk voor alle passanten afgesloten. Met de restauratie van de brug in het verschiet, ondernam het college ook stappen om het bouwwerk te laten beschermen als monument.
Beschrijving
Hoewel gebouwd in 1868-1869 behoort de hangbrug over de vijver in het stadspark tot het type van de 'Williamsbrug' (genoemd naar de Williamsbridge in New York City, ingehuldigd in 1904). De stijfheid bij dit brugtype wordt verkregen door middel van slechts twee verstijvingsliggers. Het systeem is eenvoudig, volledig te berekenen en bijgevolg veilig. Ook het dek van de hangbrug in het stadspark is uitsluitend door middel van dunne hangstaven opgehangen aan twee parabolische kabels. Er bestaan geen rechtstreekse verbindingen tussen het brugdek en de nok van de pijlers.
De brug bevindt zich ongeveer 7,25 meter boven het wateroppervlak van de eronder gelegen vijver. De brug heeft een totale overspanning van 27,5 meter, verdeeld over zestien velden van 1,5 meter en twee velden van 1,75 meter.
Het brugdek rust op landhoofden uit bakstenen metselwerk die voorzien zijn van kunstmatige rotsen. Het dek zelf bestaat uit houten planken die haaks gemonteerd zijn op de loop- of rijrichting. De planken brengen de belasting over op de houten langsliggers die op hun beurt de belasting overbrengen op metalen dwarsliggers. Deze dwarsliggers worden door middel van hangstaven opgehangen aan de kabels.
De 1,01 meter hoge brugleuningen doen dienst als verstijvingsvakwerkliggers in de langsrichting. Er is ook een windverband voorzien.
Aan de zijde van het schiereiland, is onder het brugdek een chemin inferieur, die de oever van de vijver aandoet.