Eenheidsbebouwing uit het interbellum, gekarakteriseerd door eenvoudige lijstgevels met repeterend schema op de begane grond. De woningen werden als koopwoningen opgetrokken in opdracht van aannemer Constant De Reymaeker-De Rom en kadastraal geregistreerd in 1931; onder de kopers was er onder meer een 'fonteinier', een plafonneerder en een stoker.

Het contrast tussen het bakstenen parement van de benedenverdieping en de gecementeerde bovenverdieping, waarbij één groot halfcirkelvormig venster wordt afgewisseld door twee gekoppelde rondboogvensters, telkens gevat in een grotendeels bakstenen omlijsting, zorgt evenwel voor een speels accent. De deels gedrukte rondboogvormige muuropeningen op het gelijkvloers zijn voorzien van gecementeerde hoek- en sluitstenen, ten dele doorgetrokken tot muurband.