Architectenbureau Bilmeyer en Van Riel ontwierp tussen 1889 en 1895 in de Transvaalstraat vier vrijstaande groepen van twee of drie villa’s in een eclectische bouwstijl gekenmerkt door de rode baksteenbouw met natuurstenen elementen, de asymmetrische opstelling en de combinatie van elementen uit de cottagestijl en de neo-Vlaamserenaissance zoals de complexe leien bedaking met smeedwerk, de hoektraptorens, de erkers en de balkons.
Zij voerden de projecten uit in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier. Deze maatschappij was in 1886 opgericht om Zurenborg te ontwikkelen tot woonwijk voor de hogere middenklasse. De maatschappij bouwde voor eigen rekening tal van modelwoningen en –ensembles, in samenwerking met verschillende bouwmeesters, om op die manier de bouw van woningen door privé-investeerders te stimuleren. Ook was het duidelijk te bedoeling om aan te sturen op de keuze voor rijk uitgewerkte, doorgaans eclectische ontwerpen.
Het bouwdossier van nummers 20-22 dateert van 1889 en valt op door de spitse hoekerker, het houten balkon en de twee hoektorens, waarvan de opvallende torenspits bij nummer 22 is verdwenen. De ijzeren hekken die aan beide zijden de tuinen van de straat afscheidden, zijn vervangen.
De rechter woning (20) telt drie en een halve bouwlaag onder hoge leien bedaking. De zijgevel trekt de aandacht door de zware traptoren onder leien spits, en door de portiek die in de oksel van de toren is ingewerkt, nu met garagepoort. De straatgevel is een lijstgevel van drie ongelijke traveeën, eindigend met een mezzanine met zes gekoppelde vensters. Op de begane grond rechts de voordeur, in zware witte natuurstenen renaissance-omlijsting. Daarnaast twee rechthoekige vensters onder hanenkam. Op de eerste verdieping worden deze vensters herhaald, met rechts de sterk overkragende hoekerker, onder spits leien dak.
Nummer 22 telt twee bouwlagen onder leien bedaking. De straatgevel is tweeledig, waarbij de linker helft opvalt door de puntgevel met houten windbord; de rechter helft heeft een rechte kroonlijst met modillons. Op de begane grond zitten rondbogige muuropeningen, op de verdieping rechthoekige vensters met een rondbogig muurveld gevuld met geel-rood siermetselwerk. In het linker risaliet, een houten tweezijdig balkon, waarop gekoppelde deurvensters uitgeven met een natuurstenen tussenzuil. De zijgevel van deze woning verloor haar kroonstuk toen de ingesnoerde leien torenspits werd weggehaald.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2015: Ensemble van Bilmeyer en Van Riel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/168225 (geraadpleegd op ).
Vrijstaande groepen van twee of drie villa's, 1889-95, naar ontwerp van J. Bilmeyer en J. Van Riel; telkens weerkerende karakteristieken: asymmetrische opstelling, eclectische stijl met cottage-elementen (behalve nummers 49-53), bak- en natuursteen parement met blokversiering, complexe bedaking (leien) met smeedwerk, hoektraptorens, erkers en balkons.
Nummers 45-47, van 1893; in de hoogte uitgerokken zie souterrain, puntige gevels, steile bedaking en spitse toren; bijkomende neogotische kenmerken als polygonale traptoren (nummer 45), spitsbogen, kruisbloemen (nummer 47).
Nummers 49-53, aanpalende, symmetrisch uitgewerkte huizengroep, 1895, met referenties naar inheemse renaissance en barok.
Nummers 20-22, van 1889, met spitse arkel en balkon; de mooie torenspits van nummer 22 is verdwenen.
Nummers 24-26, van 1890, meest toegetakelde groep: de originele houten tuinpoort van nummer 24 bleef evenwel bewaard.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1992: Ensemble van Bilmeyer en Van Riel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/168207 (geraadpleegd op ).