Teksten van Ensemble van Bilmeyer en Van Riel

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300110

Ensemble van Bilmeyer en Van Riel ()

Architectenbureau Bilmeyer en Van Riel ontwierp tussen 1889 en 1895 in de Transvaalstraat vier vrijstaande groepen van twee of drie villa’s in een eclectische bouwstijl gekenmerkt door de rode baksteenbouw met natuurstenen elementen, de asymmetrische opstelling en de combinatie van elementen uit de cottagestijl en de neo-Vlaamserenaissance zoals de complexe leien bedaking met smeedwerk, de hoektraptorens, de erkers en de balkons. Zij voerden de projecten uit in opdracht van de 'Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier'. Deze maatschappij was in 1886 opgericht om Zurenborg te ontwikkelen tot woonwijk voor de hogere middenklasse. De maatschappij bouwde voor eigen rekening tal van modelwoningen en –ensembles, in samenwerking met verschillende bouwmeesters, om op die manier de bouw van woningen door privé-investeerders te stimuleren. Ook was het duidelijk de bedoeling om aan te sturen op de keuze voor rijk uitgewerkte, doorgaans eclectische ontwerpen.

Het bouwdossier van nummers 45-47 dateert van 1893 en valt op door de verticaliserende werking van de gevel, met het hoog souterrain, de puntige gevels, de steile bedaking en de spitse toren. Opvallende aanwezigheid van houtwerk voor de windborden van de puntgevels en de overkragende balkons, elementen uit de cottagestijl. Bij dit ensemble nemen de architecten ook neogotische kenmerken mee in het ontwerp zoals de polygonale traptoren van nummer 45, de spitsbogen en de kruisbloemen op nummer 47.

Hoewel het ensemble asymmetrisch is opgebouwd, zijn er elementen die de ensemblewerking onderstrepen: de banden in rode metselwerk lopen door, net als de hoge hardstenen sokkel en de nok van het hoge leien zadeldak. De straatgevels tellen drie traveeën en twee bouwlagen op hoog souterrain; beide huizen hebben dezelfde segmentboogvensters met natuurstenen hoekstenen. Beide gevels zijn combinaties van punt- en lijstgevels. De uiterste traveeën, met de voordeuren, zijn in beide woningen geaccentueerd: bij nummer 45 door de veelzijdige traptoren, bij nummer 47 door een opvallende spitsbogige deur en een houten terras op de verdieping onder een sterk overkragende, op de zijgevel doorlopende luifel. Ook nummer 45 heeft een houten terras, in de venstertraveeën.

De zijgevels hebben hetzelfde parement als de voorgevels. Bij nummer 45 vrij eenvoudige lijstgevels, deels onder een ver doorlopend dakschild, waarin een houten dakkapel in cottagestijl. De zijgevel van nummer 47 combineert een punt- en een lijstgevel. Het smeedijzeren hek tussen de bakstenen pijlers aan beide zijden van het ensemble is enkel bij 47 gaaf bewaard.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1893 # 981.

Auteurs:  Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble van Bilmeyer en Van Riel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/168233 (geraadpleegd op ).


Groepen villa's (20-22, 24-26, 45-47, 49-53) ()

Vrijstaande groepen van twee of drie villa's, 1889-95, naar ontwerp van J. Bilmeyer en J. Van Riel; telkens weerkerende karakteristieken: asymmetrische opstelling, eclectische stijl met cottage-elementen (behalve nummers 49-53), bak- en natuursteen parement met blokversiering, complexe bedaking (leien) met smeedwerk, hoektraptorens, erkers en balkons.

Nummers 45-47, van 1893; in de hoogte uitgerokken zie souterrain, puntige gevels, steile bedaking en spitse toren; bijkomende neogotische kenmerken als polygonale traptoren (nummer 45), spitsbogen, kruisbloemen (nummer 47).

Nummers 49-53, aanpalende, symmetrisch uitgewerkte huizengroep, 1895, met referenties naar inheemse renaissance en barok.

Nummers 20-22, van 1889, met spitse arkel en balkon; de mooie torenspits van nummer 22 is verdwenen.

Nummers 24-26, van 1890, meest toegetakelde groep: de originele houten tuinpoort van nummer 24 bleef evenwel bewaard.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers D2, 1893, Modern Archief 20.286, dossier 981: nummers 45-47; 1890, 20.264, dossier 1479: nummers 24-26.
  • ELAUT A. & J. POSSEMIERS 1988: Op wandel door de belle époque, Brussel, 146-147.
  • L'Emulation, 1893, kolom 190, plaat 36-39.

Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble van Bilmeyer en Van Riel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/168209 (geraadpleegd op ).