is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Vallei van het Groot Schijn
Deze bescherming is geldig sinds
De vallei van het Groot Schijn wordt gekenmerkt door een afwisseling van bossen en graslanden, doorsneden door dreven. In het noordoosten bevindt zich een oude linnenblekerij, die in 1748 werd opgericht.
De vallei van het Groot Schijn bevindt zich ten noorden van Oelegem. Het gebied wordt in het noorden en noordwesten begrensd door de weg De Heuvel, in het oosten door der Schildesteenweg, in het zuiden door de Rundvoortstraat en de bebouwing langs de Knodbaan en in het zuidwesten door de Bredabaan. Het Groot Schijn, waarop verschillende grachten aansluiten, doorsnijdt het gebied. De gemiddelde hoogte bedraagt circa 8 meter +TAW. Het Schijn ontspringt in Malle en loopt als het Groot Schijn door de gemeenten Schilde, Oelegem, Wommelgem, Wijnegem en Deurne.
De vallei van het Groot Schijn is een relatief gaaf bewaard landschap gekenmerkt door de afwisseling van open (graslanden) en gesloten structuren (bossen). Een uitgebreid paden- en drevenpatroon doorsnijdt het gebied. Ter hoogte van kasteel Bleekhof is de repelpercelering bewaard gebleven.
Volgens de tertiair-geologische kaart primeren in dit gebied de groene tot grijsbruine, glauconiethoudende fijne zanden met schelpen aan de basis van de Formatie van Lillo (plioceen, 5,3 tot 2,6 miljoen jaar geleden).
In het gebied komen langs het Groot Schijn veenbodems voor, omgeven door zeer natte lichte zandleembodems zonder profiel. In het noordwesten komt een strook matig droge lemig zandbodem voor, in het zuiden een natte zandbodem met duidelijk humus en/of ijzer B horizont.
De structuur van de vallei, waarin verschillen en gradiënten in de abiotische condities voorkomen, resulteert in een rijke plantengroei. Zeer opmerkelijk en waardevol vanuit floristisch oogpunt en ook behoorlijk zeldzaam, zijn de niet bemeste hooilanden op venige gronden. De gevarieerde abiotische condities en ermee samenhangende vegetatiestructuur biedt goede mogelijkheden voor talrijke diersoorten, zoals de bruine korenbout, ijsvogel, grondel en de kleine modderkruiper.
De vallei van het Groot Schijn wordt gekenmerkt door een afwisseling van grasland en bossen aan weerszijden van de waterloop. Dreven lopen in verschillende richtingen door het gebied. Volgens de Biologische Waarderingskaart (versie 2, 1997-2010) zijn de loofbossen in dit gebied zuur eikenbos, alluviaal essen-olmenbos of mesotroof elzenbos met zeggen. Het grasland is geïnventariseerd als soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden. In het noordwesten van het gebied bevinden zich een naaldhoutaanplant en een strook gedegradeerde heide met dominantie van adelaarsvaren; in het zuidoosten ligt een naaldhoutaanplant van grove den met laag struikgewas. Verder komen nog rietvegetatie en natte ruigte moerasspirea voor, onder andere ter hoogte van de smalle waterpartij in het zuidwesten van het gebied.
De kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) geeft de vallei van het Groot Schijn weer als moerassig grasland, onderverdeeld in opstrekkende, langwerpige percelen omgeven door bomenrijen. Deze opstrekkende percelering is nog grotendeels bewaard. Dreven lopen door de vallei. In het noordwesten komen enkele bospercelen voor. De linnenblekerij wordt weergegeven in het noordoosten als een complex van enkele losstaande gebouwen binnen een rechthoekige omgrachting, die aansluit op het Groot Schijn. De kaart van Vandermaelen stelt het gebied langs “De Schyn” voor als een afwisseling van grasland, landbouwgrond en enkele bospercelen in het oosten en het noordwesten. Binnen de rechthoekige omgrachting van het “Blykhof” in het noordoosten wordt nog een tweede omgrachting weergegeven.
De bewoning in de vallei bleef beperkt tot verspreide bebouwing langs de valleirand. De beemden waren voornamelijk in gebruik als hooi- en weiland. Een belangrijk deel van de landschapsstructuur in de vallei werd bepaald door de blekerij-industrie in deze streek. In 1748 kocht Joannes Van der Smissen enkele percelen te Oelegem om er een blekerij, het zogenaamde “Bleyckhof”, op te richten. Om aan de grond de vereiste hoedanigheid te geven werd een laag steengruis, kiezelzand en zand aangebracht alsook een bedding van gras. Het linnen verkreeg door herhaald koken, afkoken, wassen, spoelen, uitspreiden op de bleekvelden en besproeien met zuiver water het gewenste wit. De blekerij, die een octrooi of wettelijke vergunning had, werd in 1768 verkocht. Reeds in 1777 werd het goed opnieuw verkocht. Bij het begin van de 19de eeuw kwamen chemische bleekmiddelen op de markt, waardoor de blekerijen aan belang verloren. Omstreeks 1830 hield de werking van de blekerij op. Enkele generaties later werd het domein in gebruik genomen als residentie en werd het terrein van de bleekvelden ingericht als tuin. Het landhuis met rechthoekige plattegrond, gelegen in het noordoosten van de vallei, bevindt zich binnen een rechthoekige omgrachting die aansluit op het Groot Schijn. Een dubbele eikendreef leidt vanaf de Schildesteenweg naar het omhaagd en omgracht domein, dat toegankelijk is via een bakstenen brug.
Auteurs: Wylleman, Linda; Van Ormelingen, Jan; Cox, Lise; De Borgher, Marc; Meesters, Ludo; De Clippel, Jean-Yves
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Oelegem
Is deel van
Vallei van het Schijn met kastelen Schilde, Bleekhof en Vrieselhof
Omvat
Kasteel Bleyckhof
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vallei van het Groot Schijn [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300124 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.