Zogenaamd "Het Ketelkin". Diephuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder schilddak. Naar het neoclassicisme evoluerende lijstgevel van 1845 in plaats van puntgevel. Bepleisterde en grijsbeschilderde, als risaliet uitgewerkte lijstgevel. Op de tweede verdieping, gekoppelde rondboogvensters tussen belijnende, van imposten voorziene pilasters die de geprofileerde boogruggen met sluitsteen opvangen; kordon vormende lekdrempels van arduin en kleine rozetten in de zwikken. Rechthoekige vensters in geprofileerde omlijstingen, op arduinen lekdrempels met consoles op de derde bouwlaag bekroond door middel van een entablement met spiegels en steigergaten. Oorspronkelijke raamindelingen onder meer vorkvormige bovenlichten en kroonlijsten op klossen. Het oorspronkelijk gevelplan voorziet op de begane grond twee deuren tussen twee vensters.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier DW002027.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 124/1845.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)