Overblijfsel van het voormalige melaatsendorp gesticht door Pieter Van der Cruyse circa 1460 (melaatse officier van Karel de Stoute); hierbij hoorde een broederschap waarvan alle melaatsen van Brabant verplicht lid moesten worden; de statuten geschonken door de leprozerij van Terbank (bij Leuven) werden door Keizer Karel bekrachtigd in 1531, door Filips II in 1564, door Filips IV in 1623. Met het verdwijnen van de melaatsheid in Brabant (tweede helft van de 17de eeuw) ging het genootschap teniet; goederen, kapel en godshuis gingen over naar de Heilige Geesttafel en andere liefdadige instellingen; heden is de Kapel van de Heilige Lazarus samen met de aanpalende hoeve en de lazaretten aan de overzijde eigendom van het O.C.M.W.

De huidige nog resterende inplanting bestaat uit een kapel met ten noorden omhaagde moestuin en ten zuiden aanleunende hoeve ten oosten van de straat, de voormalige lazaretten ten westen.