erfgoedobject

Appartementsgebouw in art-decostijl

bouwkundig element
ID
300211
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300211

Juridische gevolgen

Beschrijving

Appartementsgebouw in art-decostijl, opgetrokken in opdracht van Jack Zackheim en Joseph Grafstein, naar een ontwerp door de architect François Dens uit 1928. Aannemer van de bouw was Petrus Van Schaeren, concessiehouder van het Franse bouwbedrijf Bétons armés Hennebique. De van oorsprong Russische diamanthandelaar Jack Zackheim (°Prozani, 1890), met de Amerikaanse nationaliteit, vestigde zich in 1923 met zijn van oorsprong Poolse echtgenote Sophie Mirner (°Kolky, 1893) en hun zoon Albert (°New York, 1918) vanuit New York in Antwerpen, waar in 1926 dochter Anna Liliane ter wereld kwam. De van oorsprong Russisch-Poolse juwelier Joseph of Jossek Grafstein (Obosisco, 1889-New York, 1941), emigreerde in 1907 vanuit het Poolse Radom naar Antwerpen. In 1909 huwde hij er met de Pools-Russische Sara Grunberg (°Siniatitchi, 1888), en werd de tweeling Max Georges en Albert Nathan geboren. Het gezin uitgebreid met dochter Sylvia (°New York, 1915) vestigde zich in 1923 opnieuw in Antwerpen.

François Dens, die als architect actief was vanaf 1906 tot begin jaren 1950, ontplooide een succesvolle loopbaan in dienst van de burgerij en het bedrijfsleven. Al vanaf de vroege jaren 1920 legde hij zich toe op het grotere appartementsgebouw van hoge standing, dat in stijl evolueerde van beaux-arts, over art deco naar een zakelijk modernisme. Ontstaan eind jaren 1920, kenmerkt het appartementsgebouw Zackheim-Grafstein zich door een ingehouden, aan de art deco ontleende vormgeving.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat het gebouw een souterrain en zes bouwlagen onder een plat dak. Waar voor de constructie een structuur uit gewapend beton systeem Hennebique is toegepast, onderscheidt het statige gevelfront zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en de omlijsting van het portaal. Symmetrisch van opzet, beantwoordt de opstand aan een klassiek, drieledig schema, opgebouwd uit de pui, de drie hoofdverdiepingen en de attiek, waarboven een met leien beklede pseudo-mansarde als topgeleding. Oplopende, driezijdige erkers met bekronend balkon leggen de klemtoon op de hoger opgetrokken zijrisalieten. Deze flankeren de door drielichten opengewerkte middenpartij, die over de eerste drie verdiepingen als bow-window is opgevat, met balkons onder en boven. Het geveldecor is beperkt tot typisch gecanneleerd lijstwerk; de smeedijzeren vleugeldeur, balkonborstweringen en keldertralies zijn vormgegeven in een geometrisch art-decopatroon van diagonalen en ketens. Het oorspronkelijk houten vensterschrijnwerk is vermoedelijk grotendeels vernieuwd.

Het appartementsgebouw omvat zes appartementen van hoge standing, die telkens een volledige verdieping beslaan, ontsloten door een zijdelings ingeplante, gemeenschappelijke inkom- en traphal met lift en goederenlift. De conciërgewoning deelt het souterrain met de individuele kelders, de stookinstallatie en een wasplaats. De L-vormige plattegrond van de appartementen, biedt volgens de bouwplannen over de volledige diepte van de rechterflank ruimte aan de suite van salon, eetkamer en terras. De hall met vestiaire in de middenzone, wordt aan straatzijde geflankeerd door een salon of kantoor, en aan koerzijde door de keuken met goederenlift, terras en stortkoker voor huisvuil. In de door de traphal onderbroken linkerflank, geeft één slaapkamer op de straat uit, daar waar de meidenkamer, twee overige slaapkamers en de badkamer de lange achterbouw innemen, verbonden door de nachthal. Markante inkomhal met lambrisering, trappenbordes en vloer uit marmer van contrasterende tint en typische kroonlijst, vooral bepaald door een over de vier wanden doorlopend reliëf uit stuc - vandaag in zilvertint geschilderd. Het atmosferische tafereel met een typisch gestileerde lijnvoering in art deco, stelt een imaginair exotisch landschap voor met tropische plantengroei.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1928#29363; vreemdelingendossiers 481#129271 en 994#6195 (Zackheim), 481#122831 (Grafstein).

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Lift

De personenlift in de trapzaal is een elektrische Daelemans-lift (bouwjaar 1928) voor vier personen (nominale last 320 kg) en met zeven stopplaatsen. Smeedijzeren traliewerk sluit de open liftschacht af. Op de diverse niveaus is op het bordes een metalen vouwdeur voorzien. Een metalen harmonicadeur sluit eveneens de houten liftkooi, waarvan de wanden door glasramen zijn onderbroken, af. De oproepknoppen bij de bordesdeuren en de bedieningsknoppen in de liftkooi zijn nog origineel. De authentieke liftmachine is vervangen.

  • Informatie verkregen van een mede-eigenaar (21 januari 2021).
Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Appartementsgebouw in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300211 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.