Burgerhuis in art-nouveaustijl, volgens de bouwaanvraag uit 1905 opgetrokken in opdracht van Jacques Smets-Truyman, een bloemist gevestigd in de Leopoldstraat. Dossier noch bouwplannen geven uitsluitsel over de ontwerper of aannemer; de gevel is evenmin gesigneerd. Het ontwerp is wellicht toe te schrijven aan de architect Ferdinand Truyman, die in 1912 verbouwingen uitvoerde aan een andere, niet meer bestaande woning van Smets-Truyman verderop in de Sint-Jozefstraat, opgetrokken in 1903. Jacques Smets (°Antwerpen, 1866) was op 11 juni 1889 te Antwerpen gehuwd met Mathilda Maria Antonia Truyman (°Antwerpen, 1862), de jongste zus van Ferdinand Truyman. Het pand maakt deel uit van een homogeen blok rijhuizen in uiteenlopende stijlen, opgetrokken tussen 1900 en 1912 (nummers 4 tot 20).
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit witte, in kruisverband gemetselde Silezische brikken, met ruim gebruik van witte natuursteen voor speklagen en bewerkte onderdelen als omlijstingen, de erker, vensterposten, lateien en borstweringen, en blauwe hardsteen voor de plint. Nadrukkelijk horizontaal geleed door kordons, legt de asymmetrisch compositie de klemtoon op de brede zijtravee, in overeenstemming met de indeling van het interieur. Deze laatste wordt gemarkeerd door brede drielichten, en een driezijdige erker op de eerste verdieping. De inkomdeur met bovenlicht heeft een decoratieve gevelsteen met waaiermotief als bekroning. Gevarieerde venstervormen, de grillige lijnvoering van de ornamenten, het typische smeedwerk van de keldertralies en gebuikte balkons, en voor zover bewaard de roedeverdeling van het houten vensterschrijnwerk, bepalen het art-nouveau-karakter. Het klassieke hoofdgestel onderscheidt zich door een rood-witte tegelfries met meandermotief, en een kroonlijst tussen voluutvormige postamenten. Van het schrijnwerk is de inkomdeur en een deel van de vensters vernieuwd.
De plattegrond beantwoordt vermoedelijk aan de klassieke typologie van het burgerhuis, met op de begane grond een enfilade van salon, eetkamer en veranda, geflankeerd door de vestibule en de traphal, en in het souterrain de keuken.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1905#536, 1912#1244 en 1903#376.