Appartementsgebouw in art-decostijl opgetrokken in opdracht van Joseph Mertens, naar een ontwerp door Benoit J. Dupont uit 1935 (gevelsteen). "Résidence Conscience" waarvan het programma twaalf flats omvat, is representatief voor het oeuvre van de architect uit het late interbellum. Opstand en plattegrond zijn sterk verwant met het appartementsgebouw Verwilghen uit 1936 in de Lange Leemstraat, dat slechts één flat per verdieping telt.
Benoit J. Dupont, wiens carrière omstreeks 1925 van start ging, legde zich in de jaren 1930 in het bijzonder toe op het flatgebouw van hogere standing. Op goed vijf jaar tijd realiseerde hij minstens een twaalftal van dergelijke hoogbouwcomplexen in Antwerpen, in een gematigd progressieve architectuur die het midden hield tussen art deco en modernisme. Tot de vroegste en interessantste voorbeelden behoren de "Résidence Generaal Leman", een tweelingcomplex in de Generaal Lemanstraat, en de "Résidence Estoril" in de Doornelei, waar hij zelf zijn architectenkantoor en privéwoning vestigde. In de Consciencestraat richtte hij in 1935-1936 nog de "Résidence Beau Sejour" en de "Residentie Charles-Michel" op, twee aanpalende flatgebouwen waarvan het laatste voor eigen rekening. Dupont overleed na drie jaar gevangenschap in 1945 te Bützow in Duitsland.
Opgetrokken met een structuur uit gewapend beton, telt het drie traveeën brede gebouw een souterrain en zes bouwlagen onder een plat dak. Symmetrische van opzet beantwoordt het gevelfront aan de klassieke driedeling in een vlakke pui, een bovenbouw gemarkeerd door de oplopende rechthoekige erkerpartijen in de zijtraveeën, en een als attiek opgevatte, terugwijkende topgeleding met een getrapte bekroning. Als parement wordt baksteenmetselwerk uit gele Belvédèresteen met schaduwvoegen, gecombineerd met witte natuursteenplaten voor pui, erker en gevelbekroning, en blauwe hardsteen voor plint en deuromlijsting. Het portaal met drieledig bovenlicht en opschrift "RESIDENCE CONSCIENCE", een typische art-decofries met gestileerd bloemenpatroon, en een gelede pilaster, leggen een accent op de middenas. Bewaard zijn de smeedijzeren keldertralies en inkomdeur, volgens het merkplaatje vervaardigd door het atelier K. Sleeckx uit Deurne; het oorspronkelijk stalen vensterschrijnwerk is op enkele raampartijen na vernieuwd.
In de kern ontsloten door de gemeenschappelijke traphal met lift en een lichtschacht, omvat het gebouw twaalf appartementen, twee aan twee gegroepeerd per verdieping. De L-vormige plattegrond van de flats biedt ruimte aan een suite van salon en eetkamer aan de straatzijde, de hal met vestiaire, de keuken met 'monte charge' en terras en de meidenkamer in de middenzone, twee slaapkamers en de badkamer in de achterbouw. De gelijkvloerse flats boeten aan ruimte in vanwege de inkomhal; de verwarmingsinstallatie, gemeenschappelijke en individuele kelders nemen het souterrain in. Inkomhal met lambrisering, trappenbordes en vloer uit marmer van contrasterende tint, en bewaard houten schrijnwerk.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 18#1960.