Hoewel een bouwdossier niet werd gevonden, wijzen bouwstijl en materiaalgebruik op een bouwdatum rond 1905. Een vergunningsdossier uit 1959 waarin de verbouwing van de achterbouw wordt aangevraagd, toont de indeling van de woning als meergezinswoning met achterliggend magazijn.

Deze eclectische meergezinswoning telt drie bouwlagen en vier traveeën, met een klassieke indeling van de lijstgevel en een materiaalgebruik dat verwijst naar de art nouveau. De lijstgevel heeft een plint in blauwe hardsteen, kordonlijsten en een houten kroonlijst. Het gele bakstenen parement wordt verlevendigd met natuursteen voor speklagen en decoratie van deur en vensters; onder de kroonlijst is een fries aangebracht met veelkleurige tegels. De gevel wordt gedomineerd door een breed balkon bij de twee centrale traveeën, met een natuurstenen balustrade.

Op de begane grond zit in de tweede travee de voordeur, met een neorenaissancistische, natuurstenen bekroning met gebroken gebogen fronton. Verder twee vensters en in de brede rechter travee een poort die leidt naar het magazijn dat zich (oorspronkelijk) achterin het perceel bevond. Poort en vensters hebben dezelfde versiering, met een waterlijst met gekrulde uiteindes. Op de twee verdiepingen, een regelmatige indeling van de gevel, met vier segmentboogvensters met telkens dezelfde versiering met waterlijsten met gekrulde uiteindes en borstweringen met natuurstenen paneelversiering.