erfgoedobject

Burgerhuis in neorégencestijl

bouwkundig element
ID
300238
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300238

Juridische gevolgen

Beschrijving

Voornaam burgerhuis in neorégencestijl naar een ontwerp door de architecten Vincent Cols en Jules De Roeck uit 1921. Opdrachtgever was Louis Van Bockel, die al in 1912-1913 een pakhuis en kantoren door het pas opgestarte architectenbureau had laten bouwen in de Bredastraat. Ook later in de jaren 1920 zou hij nog beroep doen op Cols en De Roeck voor uitbreiding of verbouwing van bedrijfsgebouwen, zowel in de Bredastraat als de Coebergerstraat. Samen met zijn broer Jan was Louis Van Bockel bedrijfsleider van het zakkenverhuurbedrijf Van Bockel Frères, actief in de Antwerpse haven. Hij liet zijn hotel in 1938 en 1943 inwendig verbouwen en achteraan uitbreiden.

Het hotel Van Bockel sluit nog aan bij de klassiek geïnspireerde beaux-arts-architectuur, die Vincent Cols en Jules De Roeck in de beginjaren van het bureau voor hun meest voorname residentiële bouwprojecten toepasten. Een representatief voorbeeld hiervan is het hotel Xavier Meeus uit 1914 hogerop aan de Mechelsesteenweg. Opgericht in 1912, maakte het succesvolle architectenbureau vanaf de jaren 1920 vooral naam met tuinwijken en hotels of villa’s voor een bemiddeld cliënteel, overwegend in neotraditionele, cottage- of sobere art-decostijl. Rond 1930 verplaatste het zwaartepunt van de architectuurproductie van het bureau zich naar grootschaliger bouwprojecten als bedrijfs-, kantoor- en appartementsgebouwen, in een meer eigentijdse vormentaal met gebruik van nieuwe materialen en technieken. Actief tot 1965, brachten Cols en De Roeck ook in de naoorlogse periode nog een indrukwekkende oeuvre residentiële en bedrijfsarchitectuur tot stand.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een plat dak. De statige lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd, volledig natuurstenen parement. Geleed door de puilijst, is de opstand opgebouwd uit een hoge geboste pui, en een bovenbouw in kolossale orde beëindigd door het hoofdgestel met architraaf, spiegel in de fries en houten kroonlijst op klossen en tandlijst. Verder legt de compositie de klemtoon op de middenas, door middel van een balkon met consoles en doorgetrokken, smeedijzeren borstwering ter hoogte van de eerste verdieping. Het rondboogportaal in een geprofileerde omlijsting met een rolwerksleutel en bovenlicht in spiegelboogvorm, wordt geflankeerd door de later ingebrachte dienstingang en de garagepoort, waarboven de steekboogvensters in een vlakke omlijsting met voluutsleutel van het ‘schoon verdiep’. De spiegelboogvensters van de bovenverdiepingen zijn gevat in oplopende, geriemde omlijstingen, met een bewerkt paneel op de borstwering en een voluutsleutel als bekroning. Het typisch bewerkte, houten schrijnwerk van de deuren en vensters is bewaard, evenals het neorégence-smeedijzer van de deurwaaier, het traliewerk, de borstweringen en vensterleuningen.

De plattegrond beantwoordt volgens de bouwplannen aan de typologie van de bel-etagewoning, met een lage begane grond voorbehouden aan dienstlokalen als keuken, 'état domestique' en garage. De vestibule met toegangstrap leidt naar de bel-etage die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de traphal met bovenlicht, ontdubbeld door de diensttrap. Het salon neemt de straatzijde in, de suite van eetkamer en veranda de tuinzijde grenzend aan het terras met trappenbordes; bij de zijdelings ingeplante diensttrap sluiten de office met keukenlift aan, en een kantoor op entresolniveau. Op de eerste verdieping bevinden zich twee slaapkamers met ‘cabinet de toilette’, de grootste aan de tuinzijde met ‘en suite’ badkamer en linnenkamer. De tweede verdieping, slechts bereikbaar via de diensttrap, biedt ruimte aan één grote en vier kleine slaapkamertjes onder meer bestemd voor het personeel, een tweede badkamer, een mansarde en zolder met bovenlicht.

Tot het bouwproject van de woning behoorde ingeplant in de tuin, een paviljoen uit baksteenbouw en een luifel met bovenlicht, bestemd als wasplaats met woonruimte op de verdieping.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1922#12679 18#10851, 18#11630 en 18#17922.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in neorégencestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300238 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.