is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Modernistisch appartementsgebouw
Deze vaststelling is geldig sinds
Appartementsgebouw in academisch modernisme, naar een ontwerp door ingenieur-architect Jan De Braey uit 1936. Opdrachtgevers waren de erfgenamen van mevrouw Marsily, een lid van de bekende, van oorsprong Engelse reders- en bankiersfamilie. Voor de bouw en het beheer van het complex werd de nv Immobilière de l’Harmonie opgericht, een vastgoedmaatschappij met zetel in het Bungegebouw in de Arenbergstraat, vertegenwoordigd door de wisselagent Henri Van den Bosch. Op het perceel bevonden zich voordien twee herenhuizen, waaronder het door architect Frans Baeckelmans ontworpen hotel Marsily-Kreglinger uit 1877.
In het oorspronkelijke ontwerp uit 1936 telde het flatgebouw een extra, terugwijkende dakverdieping, die in 1937 door een wijziging van de bouwplannen kwam te vervallen. Zo bestond het programma uiteindelijk uit dertien appartementen van twee verschillende types, een conciërgewoning en een garage achteraan in de tuin. De appartementen in de linkerflank, meer dan 400 m2 groot, waren naar de normen van de toenmalige vastgoedmarkt in Antwerpen uitzonderlijk qua oppervlakte en aantal vertrekken, en van een standing gericht op de kapitaalkrachtige elite. De langgerekte flats in de rechterflank, minder dan half zo groot, beantwoordden aan de destijds gebruikelijke standaardtypologie. Aangevat najaar 1936, kon de bouw vermoedelijk in de lente van 1938 worden voltooid. Zeer recent werd alsnog een dakverdieping aan het complex toegevoegd.
Het appartementsgebouw van de Immobilière de l’Harmonie behoort tot de eerste belangrijke bouwprojecten, waarmee Jan De Braey midden jaren 1930 een nieuwe wending gaf aan zijn toen al succesvolle loopbaan. Na zijn debuut op het architectenbureau van vader Michel De Braey vanaf omstreeks 1920, was hij geassocieerd met de architect Alfred Portielje vermoedelijk van 1926 tot 1934. Het bureau legde zich vooral toe op de bouw van appartementsgebouwen van hoge standing, een nieuwe typologie in de jaren 1920, maar ontwierp daarnaast ook burgerhuizen en villa’s voor de betere kringen. Tot hun vroegste en meest prestigieuze realisaties behoort de Résidence "Sans Souci", een statig complex in beaux-artsstijl aan de Belgiëlei uit 1926. Samen met de architect Florent Vaes tekenden Portielje en De Braey in datzelfde jaar voor het imposante flatgebouw op de hoek van de Jan Van Rijswijcklaan en de Jan De Voslei, een opdracht van de Commissie voor Openbaren Onderstand van Antwerpen waarvoor een meer eigentijdse, zakelijke art-decostijl werd toegepast. De carrières van beide architecten, die vanaf 1935 hun eigen weg gingen, kwamen tot een eind in de latere jaren 1950. In de naoorlogse periode concentreerden de activiteiten van De Braey zich rond flatgebouwen van een conventioneel standaardtype met name in opdracht van de bouwpromotor François Amelinckx, en de haveninstallaties van de rederijen Compagnie Maritime Belge en Agence Maritime Internationale aan het Leopolddok.
Het appartementsgebouw met een gevelbreedte van meer dan 20 m en een bouwdiepte van zowat 35 m, omvat in zijn oorspronkelijke vorm zeven bouwlagen onder een plat dak; het huidige penthouse is een recente toevoeging. Opgetrokken met een structuur uit gewapend beton, combineert het gevelparement rood baksteenmetselwerk met witte natuursteen voor de pui en topgeleding, de hoekpenanten en vensteromlijstingen, en hardsteen voor de plint. De zakelijke architectuur, met zijn strakke horizontale geleding, verzorgde profielen en steen- en metselverbanden, kleur- en materiaalcontrasten, en een monumentaal accent op het inkomportaal, is kenmerkend voor de behoudende interpretatie van het modernisme in de latere jaren 1930. Oplopende erkerpartijen met typische hoekramen leggen de klemtoon op de zijtraveeën van het brede gevelfront, om een al te monotoon karakter te vermijden. Als accentuering van de horizontale gevelopbouw, zijn de brede raampartijen dan weer gevat in omlopende, geprofileerde omlijstingen die tegelijk als waterlijst en lekdrempel fungeren. Het uit de middenas geplaatste inkomportaal, met een fraaie smeedijzeren vleugeldeur, trekt de aandacht door een brede, sterk geprononceerde en naar binnen afgeschuinde omlijsting met middenkalf. Het oorspronkelijk stalen vensterschrijnwerk is volledig vernieuwd, net als de garagepoort, daar waar de ijzeren deur van de dienstingang behouden bleef. De winkelpui uiterst rechts is het gevolg van een recente verbouwing.
De rechthoekige plattegrond, opengebroken door twee centrale en twee zijdelingse lichtschachten, omvat volgens de bouwplannen twee appartementen per verdieping, waarvan het grootste meer dan twee derden van de oppervlakte beslaat. Deze worden ontsloten door de centraal ingeplante traphal met twee liften, één voor de bewoners en één voor personeel en goederen. Bij beide types, ontsloten door de 'galerie' opgedeeld in een dag- en nachthal, nemen de woonvertrekken de voorbouw in aan de straat, de dienstlokalen, inkom en vestiaire de ingesnoerde middenzone bij de lichtschachten, en de slaapkamers de achterbouw met terrassen op de tuin. De grote appartementen beschikken over een royale suite van woon- en ontvangstvertrekken op maat van een mondaine levensstijl, bestaande uit de hal, het fumoir, een groot en klein salon en de eetkamer, waarbij de keuken met office en terras aansluit. Gegroepeerd rond een hall met schrijfhoekje en inbouwkasten, omvat de nachtzone de grote slaapkamer met ‘en suite’ dressing en badkamer, vijf slaapkamers van uiteenlopende oppervlakte, een kleine meidenkamer en een tweede badkamer. Het kleine appartement bestaat uit een hal, 'living' en eetkamer, een keuken met office en terras, drie slaapkamers en een badkamer. Op de begane grond, met slechts één appartement van het kleine type voorzien van een extra slaapkamer, wordt de overige ruimte ingenomen door de gemeenschappelijke inkomhal, de conciërgewoning, stallingen voor kinderwagens en fietsen, de doorgang naar de garage, en verder een afgescheiden groep van vier slaapkamers met badkamer wellicht bestemd voor gasten of personeel. Ondergronds beschikken de appartementen over individuele kelders.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Mechelsesteenweg
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistisch appartementsgebouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300243 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.