Serristenwoning kadastraal geregistreerd in 1900 in eigendom van "cultivateur" François Gargil (?) – Blanpain. Volgens Vanzegbroek werd deze burgerwoning gebouwd door Felix Chalier (°1859), grondlegger van de perzikenteelt in Eizer (zie Eizer).
De woning werd sterk gerenoveerd, maar behield grotendeels zijn oorspronkelijk uitzicht met in de cementbepleistering motieven die verwijzen naar de perzikenteelt in Eizer.
Burgerhuis van vier (?) traveeën en twee en halve bouwlaag onder een pannen zadeldak. Links later aangebouwde travee met nog een aanbouw van één bouwlaag. Gecementeerde gevel met schijnvoegen en guirlandes in de borstwering en uitgewerkte sluitstenen op de verdieping. Boven de toegangsdeur reliëf van pot met fruit en bloemen en boven de cordon nog een reliëf van een perzikenboom in pot, verwijzend naar de perzikenteelt. Rechthoekige en getoogde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Overijse, afdeling IV (Overijse), 1900/16.
- STROOBANTS F. 2010: Geïllustreerde encyclopedie van de Brabantse druiventeelt onder glas (1865-2010), Bijdrage XXVIII tot de Geschiedenis van IJse-, Lane- En Dijleland. De Beierij van Ijse – Het Glazen Dorp, 256.
- VANZEGBROEK-TIMMERMANS F. 1987: De familie Charlier en de pezikteelt, Zoniën 11.3, 244-253.