erfgoedobject

Elektrisch onderstation

bouwkundig element
ID
300314
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300314

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het elektrisch onderstation behoort tot een reeks elektrische onderstations en cabines ontworpen door architect Jean-Albert De Bondt tussen 1930 en 1935.

Historiek

In 1900 wordt voorgesteld om te Gent een regie voor gas en elektriciteit op te starten. Drie jaar later krijgen de private maatschappijen A.E.G. en Union Electrique de opdracht een elektrische centrale op te trekken in de Bomastraat. In 1911 verrijst op Kattenberg een eerste hulpstation. In het begin van de jaren 1930 kende de Gentse Elektriciteitsdienst een dusdanige groei dat het noodzakelijk bleek tientallen nieuwe elektriciteitscabines en onderstations op te trekken. Zij verkiezen daarvoor een modern architect die het vooruitstrevende imago van elektriciteit een gepast gelaat kan geven. In die jaren worden door De Bondt het burelencomplex en klein onderstation in de Bomastraat opgetrokken, onderstations van de Jan Van Stopenberghestraat, Kattenberg, Gebroeders De Smetstraat evenals kleine cabines op het Fonteyneplein en Godshuizenlaan.

Het onderstation in de Bomastraat vormt een onderdeel van een complex dat vroeger naast het onderstation ook burelen, technische ruimten en woningen voor de werkoversten besloeg (ontworpen 1930-1935). De woningen langs de Bomastraat werden in 1992 afgebroken. De kantoorruimten en technische gebouwen werden deels verbouwd en herbestemd vanaf de jaren 1960. De architectuur van architect De Bondt werd daarbij dusdanig aangetast dat een bescherming als dusdanig niet langer kan verantwoord worden. Enkel het onderstation bleef bewaard.

Beschrijving

Het bakstenen onderstation heeft een L-vormig plattegrond. De gevel aan de Bomastraat telt op de benedenverdieping drie, en op de bovenverdieping twee traveeën onder een plat dak met kroonlijst. De traveeën van de benedenverdieping worden gekenmerkt door twee poortopeningen waarvan de rechter met twee deuren ingevuld werd. Centraal een toegangsdeur met bovenlicht. De bovenverdieping wordt opgedeeld door twee uitspringende erkers en aansluitend gekoppelde ramen. Sobere decoratie werd bekomen door verschillende metselverbanden en het gebruik van natuursteen en beton. De invloeden van de Amsterdamse school zijn kenmerkend.

De vleugel langs de perceelsgrens telt zeven ongelijke traveeën. Het dak is afgewerkt met ceramische pannen. Op de benedenverdieping zijn de vijf rechter traveeën ingevuld met dubbele deuren, de zesde heeft drie gekoppelde ramen en de zevende een ander type van dubbele deur. Alle muuropeningen hebben bovenaan een doorlopend linteel. De vier eerste traveeën hebben bovendien een bovenlicht. Op de bovenverdieping zijn de drie linker traveeën voorzien van twee of drie gekoppelde ramen met doorlopende boven- en onderdorpel. De twee kopse gevels zijn beide één travee breed en worden ingevuld met respectievelijk twee en vier gekoppelde ramen.

  • DEMEY A. & POULAIN N. 1994: Jan-Albert De Bondt architect, Gent.
  • DUJARDIN F. 1993-1994: J.A. De Bondt (1888-1969) Monografie over een architect en zijn werk, onuitgegeven licentiaatsverhandeling kunstgeschiedenis en oudheidkunde, Rijksuniversiteit Gent.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002289, Pakket De Bondt.
Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Elektrisch onderstation [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300314 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.