Grote serristenwoning uit het interbellum, de tweede bloeiperiode van de druiventeelt in de streek. De serristen etaleerden hun nieuw verworven rijkdom door de bouw van een nieuwe villa bij hun bedrijf. De villa heeft net als de meeste andere serristenvilla's uit deze periode zijn kenmerkende volumewerking met de combinatie van een lijst- en puntgevel en een portaal in verzorgd schrijnwerk met bekronend balkon. De villa is gelegen in een tuin afgezet met een (nieuw?) ijzeren hekken.
De woning werd kadastraal geregistreerd in 1926 in eigendom van E. Douchamps – Leskens. Op het perceel werden in 1904 al serres geregistreerd en ook een "remise" in eigendom van Félix Erkens – Charlier. In 1907 werd de verbouwing van de remise tot woning in eigendom van Emile Douchamps – Leskens geregistreerd. Deze woning zal in 1926 blijven staan tussen de woning en de perceelsgrens rechts en is vandaag vervangen door een garage.
Woning van twee bouwlagen op een verhoogde begane grond onder een complex leien dak. Rechts risaliet met puntgevel en links tegen de gevel uitgewerkt portaal met bekronend balkon. De gevels werden gecementeerd met schijnvoegen; recent opnieuw beschilderd. Overwegend korfboogvormige muuropeningen in een geprofileerde omlijsting met oren, afhangende festoenen en met guirlandes versierde sluitstenen; nieuw schrijnwerk naar oud model met kleine roedeverdeling. Verder beperkt de decoratie zich tot omlopende waterlijsten en met spiegels versierde borstweringen met dropmotiefjes. Centraal bovenaan in de puntgevels hoefijzervormig venster.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Overijse, Afdeling IV (Overijse), 1926/63.