is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Orejona House naar ontwerp van Luc Schuiten
Deze vaststelling is geldig sinds
Experimentele zelfvoorzienende woning van architect en kunstenaar Luc Schuiten van 1976. Tegen de westzijde van de woning vergroting uit de jaren 1980. De woning is ingeplant op een beboste heuvel met respect voor de omgeving en niet zichtbaar vanop de straat.
Schuiten vertrekt voor zijn ontwerpen steeds vanuit de natuur en wil energie-autonome huizen bouwen met gebruik van "zachte technologie" die niet vervuilend is. De energiecrisis uit begin jaren 1970 heeft bijgedragen tot zijn streven naar energiezuinig wonen. Aan de bouw ging een hele studie vooraf en hij bouwde zijn eigen woning bij wijze van experiment. Op de woning werden de eerste zonnepanelen aangebracht die in Europa op de markt waren. Het huis werd voorzien van een windmolen en recupereerde regenwater. Belangrijk was ook de aanwezigheid van een moestuin en boomgaard zodat de woning zelfvoorzienend werd. Vandaag lijkt de woning niet zo vooruitstrevend als hij was in de jaren 1970.
De vormen van de woning zijn gebaseerd op levende organismen en natuurlijke vormen. Het was de bedoeling dat de woning opging in haar omgeving. Door de vergroting uit de jaren 1980 is de woning nu nadrukkelijker aanwezig.
Vermoedelijk verwijst de naam van de woning naar de mythische figuur Orejona, die volgens Inca-legendes de moeder van de Aarde zou zijn. In de oude Incastad Tiwanaku (in het huidige Bolivië) waar verwijzingen terug te vinden zijn naar deze figuur, werd ook gebruik gemaakt van natuurlijke energiebronnen zoals de zon om in eigen onderhoud te voorzien. In een eerder artikel uit "Aplus" over het Orejona project verwijzen elementen, zoals een zevenhoekige naar de zon georiënteerde diamant als vensteropening (niet uitgevoerd in de uiteindelijke woning) naar de kosmische krachten zoals ze ook aanwezig zijn in de Incatradities.
Schuiten zou voor zijn eerste experimentele woning twee bouwaanvragen indienen. Een eerste bouwaanvraag werd goedgekeurd op 20 mei 1976. Enkele maanden later diende hij een nieuwe aanvraag voor een gewijzigd plan in, met enkele interne veranderingen en een uitbouw voor de huidige badkamer. Deze aanvraag werd goedgekeurd op 10 november 1976. Bij de aanvraag was er ook een studie naar de energievoorzieningen. Voor de studie en plannen werkte hij samen met Patrice Pleitinx en Pierre Gonay en verschillende onderzoeksinstellingen voor de technische installaties.
Een tweede aanvraag die werd goedgekeurd op 18 januari 1978 was deze voor het oprichten van een pyloon of windmolen op het terrein. Enkele jaren later was er een discussie over de locatie van de molen en de mogelijke hinder, waardoor Schuiten een aanvraag tot verplaatsing aanvroeg (1981). Er werd niet gecontroleerd of deze nog aanwezig is op het terrein.
In 1979 deed Schuiten een aanvraag om in de zuidelijke hoek van zijn perceel een speelhuisje voor kinderen op te richten. Dit speelhuisje heeft een octogonaal grondplan met tentdak en staat op palen. Op de plannen heeft het huisje een zelfde stijl en materiaalkeuze als de woning. Op foto’s is zichtbaar dat het huisje nagenoeg geheel is opgebouwd uit hout en net als de woning voorzien van organische vormen.
In de jaren 1980 zal de woning verkocht worden. De nieuwe eigenaar liet de relatief kleine woning uitbreiden naar plannen van architect Francis Metzger. De bouwaanvraag werd op 15 april 1986 goedgekeurd. De woning werd in westelijke richting uitgebreid met een nieuwe woning die via een gang met de oorspronkelijke woning verbonden is. Door hetzelfde materiaalgebruik en een stijl die aansluit bij de woning van Schuiten is dit geen storend element. Metzger kende Schuiten en zijn werk, waardoor hij de oorspronkelijke woning waarschijnlijk ongemoeid liet.
De woningen werden geteisterd door een brand (datum niet bekend) waardoor de huidige bedaking uit zwarte "shingles" vervangen werden door zwarte leien. Ook de grote glazen koepelvormige erker aan de zuidzijde verdween en werd vervangen door eenvoudige ramen. Gelukkig bleef het interieur bewaard.
De oorspronkelijke woning bestaat uit een volume van twee bouwlagen gevat onder een zadeldak dat bijna tot aan de grond reikt. De bakstenen muren werden bepleisterd en wit geschilderd en de bedaking bestond uit zwarte "shingles" (na de brand vervangen door zwarte leien).
In de noordelijke dakhelling bevond zich de hoofdtoegang in een puntgeveltje. Dit puntgeveltje is opgebouwd uit een soort van houten lacetten die in elkaar schuiven en waarin de deur vervat zit. De zuidelijke dakhelling uitgezonderd de vensters is geheel bedekt met zonnepanelen. De huidige grote vensteropening was oorspronkelijk een glazen erker met een sterk gefacetteerde vorm (volgens de plannen met "gelijmde ramen"). De oostgevel werd uitgebreid met een erker, waarin de badkamer en het toilet zich bevinden. Tegen de toegangsdeur in de westgevel werd een nieuwe hal aangebouwd die beide woningen met elkaar verbindt en de huidige toegang vormt. Bovenaan in de westgevel zit ook een glazen erker met enkele gekleurde stukken glas. In de gevels zijn kleine muuropeningen aangebracht zonder de inbreng van schrijnwerk. Het glas werd verwerkt in de gevel. Ook is er een mozaïek aanwezig met stukken uit groene wijnflessen.
Het interieur werd zeer organisch vormgegeven. De structuur is opgebouwd uit hout en witgepleisterde stukken wand. Er zijn amper scheidingen aangebracht en de ruimtes lopen in elkaar over. De begane grond bestaat uit een grote ruimte met een inkomhal (afgesloten met een gordijn), plaats voor een salon, eetkamer en keuken. De keuken is mogelijk niet meer teruggeplaatst na de brand. In het uitstekende volume aan de oostgevel bevindt zich de badkamer met toilet. Min of meer centraal in de ruimte staat een ganzentrap naar de verdieping met twee kamers. Tegen de wanden zijn er overal houten wandplanken/rekken aanwezig die dienen als rekken en boekenkasten. Ook de nissen in de ganzentrap naar de verdieping worden gebruikt als boekenrek. De organische vormgeving is voornamelijk zichtbaar in de uitbouw met de badkamer die volledig bestaat uit afgeronde vormen.
De uitbreiding van het Orejona house is eveneens opgebouwd uit bepleisterde en witgeschilderde baksteen en heeft een zelfde bedaking. De indeling bestaat uit een begane grond met keuken, eetkamer, bureau en garage, alle gelegen rond een spiltrap die de garage met de leefruimtes verbindt en naar de eerste verdieping leidt en daar de kamers met elkaar verbindt. De verdieping heeft drie kamers, een badkamer en een toilet. Deze nieuwe woning wordt met het Orejona house verbonden door een hal waar zich ook de inkom bevindt.
Auteurs: Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Eizer
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Orejona House naar ontwerp van Luc Schuiten [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300334 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.