Burgerhuis in beaux-artsstijl, oorspronkelijk het rechterpand van een geheel van twee gekoppelde woningen, gebouwd in opdracht van Louis Van den Bosch en diens zus, naar een ontwerp door de architect Ernest Stordiau uit 1908. Het identieke linkerpand, met een plattegrond in spiegelbeeld, werd in 1961 samen met het aanpalende hotel Leopold de Cock de Rameyen gesloopt voor de bouw van een kantoorcomplex.
Ernest Stordiau, die vooral naam maakte in de wijk Zurenborg, onderscheidde zich als beginnend architect vanaf midden jaren 1880 met woningen in een geheel eigen neo-Florentijnse-renaissance-stijl, om rond de eeuwwisseling een vernieuwende rol te spelen binnen de Antwerpse art nouveau. Het hotel Van den Bosch behoort tot het behoudende late werk van de architect, die zich in het decennium vóór de Eerste Wereldoorlog vooral liet inspireren door de Franse Lodewijk XIV-stijl en het classicisme, volgens L'Emulation: "Très distingué, personnel, sobre de détails."
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning een souterrain, drie bouwlagen en een mezzanine, onder een zadeldak. De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel, legt de compositie de klemtoon op de middenas, op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon en een entablement op consoles. Daarbij wordt de begane grond, met een steekboogportaal in de rechter travee, door schijnvoegen als sokkel geaccentueerd. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters. Het spaarzame geveldecor, beperkt tot enkele lauwertakken, consoles met trigliefen, rozetten en chutes, stafwerk en het lijstwerk van de architraaf, zijn ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Hetzelfde geldt voor het smeedwerk van de vleugeldeur, souterraintralies en borstweringen van balkons en bovenvensters, geïnspireerd op laat-18de-eeuwse entrelacs-patronen. Bewaard houten vensterschrijnwerk.
De plattegrond wordt over de volledige breedte opgedeeld door de centraal ingeplante traphal met bovenlicht, bereikbaar via de vestibule met trappenbordes. Volgens de bouwplannen neemt het salon de straatzijde in, en de suite van eetkamer en veranda met terras de tuinzijde. Het souterrain biedt onder meer ruimte aan de keuken. Van de bovenverdiepingen ontbreken de plattegronden in het bouwdossier.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/178021 (geraadpleegd op ).
Nummers 22-30: herenhuizen van drie tot vier traveeën en drie bouwlagen onder zadel- of pseudo-mansardedak (nummer 28). Nummers 22 en 24 naar ontwerp van F. Van Dijk, van 1890, nummer 28 naar ontwerp van J. Hertogs, van 1892.
Nummers 22, 24, 28 met bak- en natuurstenen lijstgevel in neo-Vlaamserenaissancestijl met typische dakkapellen, sierankers, erkers, balkons, deur- en vensteromlijstingen met wortelmotief en diamantkoppen, entablementen, frontons, gesculpteerde boogvelden en boogfriezen; lagere ingangstravee met attiek voor nummer 28.
Nummer 30 met natuurstenen lijstgevel in neo-Lodewijk XVI van circa 1905 met kenmerkend smeedwerk, strakke gegroefde consoles en friezen.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/171570 (geraadpleegd op ).