Dit landschapsrelict bestaat uit perceelsgrenzen en (holle) wegen die de grens van de middeleeuwse enclave Grootloon markeert en landschappelijk leesbaar maakt. Dit relict vertegenwoordigt een belangrijke historische waarde.
Grootloon vormde in de middeleeuwen een enclave binnen het Graafschap Loon. Grootloon was één van de vroegste eigendommen van het Sint-Servaaskapittel in Maastricht. De eerste vermelding van het dorp is ‘Nyel Sancti Servatii’ uit 1139, pas in 1365 wordt zijn huidige naam voor de eerste maal vermeld: Groet-Loen. Ook na 1200 bleef Grootloon tot het primaire bezit van de abdij behoren. Behalve de grondheerlijke rechten beschikte de Sint-Servaaskapittel in Grootloon ook over de territoriale heerlijkheid (de hoge en lage rechtspraak): Grootloon was één van de elf banken van Sint Servaas en stond daardoor los van de rechtspraak binnen het graafschap Loon. Door het Verdrag van Fontainebleau in 1785, werden de soevereiniteitsrechten van de banken van Sint-Servaas, toegewezen aan de Verenigde Provinciën waardoor het zijn uitzonderlijke positie verloor.
- BAERTEN J. 1969: Het graafschap Loon (11de-14de eeuw). Maaslandse Monografien.
- MOONS J. 1988: Karel van Velbrück, prins-bisschop van Luik 1772-1784. Het oude Land van Loon, Jaarboek van de Federatie der geschied- en oudheidkundige kringen van Limburg, jaargang XLIII, p93-116.
- PAUWELS D., SCHLUSMANS F. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N4.