Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1886 opgetrokken in opdracht van de glazenmaker en 'doreur-encadreur' Henri Everaerts. Uit het bouwdossier van het pand, dat deel uitmaakt van een gaaf bewaarde rij burgerhuizen (Sint-Thomasstraat 20 tot 38), vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Het burgerhuis was een van de vele vastgoedinvesteringen van Henri Everaerts, die in 1883 verderop in de Sint-Thomasstraat zijn privé-hotel en twee winkelpanden (Sint-Thomasstraat 40, Sterstraat 2) had laten optrekken, tussen 1885 en 1888 gevolgd door vijf bescheiden burgerhuizen op de aanpalende percelen (Sterstraat 4-10 en 14). Ook elders in de stad investeerde hij in vastgoedprojecten, tussen 1876 en 1886 alleen al minstens zeven, goed voor nog eens achttien panden.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, met schijnvoegen op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, legt de gevelcompositie de klemtoon op de middenas, door middel van een balkon met consoles en gietijzeren borstwering. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen in geriemde omlijsting, met stucsleutels op de eerste, en onderdorpels op de tweede verdieping. Klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op uitgelengde consoles, klossen en tandlijst. Bewaarde houten vleugeldeur met bovenlicht, en ijzeren keldertralies en vensterleuningen.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door een zijdelings ingeplante inkom- en traphal.