erfgoedobject

Domein Bisdom

bouwkundig / landschappelijk element
ID
300432
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300432

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Domein Bisdom
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Landhuis met bijgebouwen uit de tweede helft van de 19de eeuw, ontstaan uit een oudere hoeve. Het geheel is gelegen in het gehucht Bisdom in een groot park geklemd tussen de Grotstraat en de Dreef. Het complex met landhuis staat op het hoogste punt van het sterk afhellend parkdomein richting de Dreef. In het park bevindt zich tegen de Dreef nog een nagenoeg omwald eiland als restant van een nog niet nader onderzochte voormalige burchtsite.

Historiek

Op de locatie van het landhuis met bijgebouwen was in de tweede helft van de 18de eeuw al een hoeve met losse bestanddelen aangeduid op de Ferrariskaart (circa 1770-1778). Begin 19de eeuw aangeduid als hoeve "Bisdom" (zie Poppkaart circa 1845), schuin tegenover de hoeve "Tergeyten", vandaag "Bisdomhoeve" genaamd.

Volgens een verslag van de pastoor rond 1900 zou de naam "Bisdom" het gevolg zijn van het feit dat het goed toebehoord heeft aan een bisdom, hetzij van Luik (welk kapittel in Overijse ook eigendommen had) hetzij van Kamerijk, die het patronaat van de parochiekerk een tijd lang heeft teruggeëist. Hierna ging het goed over op een adellijke familie die de naam overnam. Volgens Wauters was dit het geslacht "Vandenbisschopdomme", die afstamden van de ridders van IJse.

Vanaf midden 19de eeuw werd de hoeve, in handen van Pierre Joseph Van Bever(e), notaris uit Brussel, omgevormd tot landhuis. De eerste wijziging werd kadastraal geregistreerd in 1847, waarbij een deel van het gebouw ten westen, op de locatie van het huidige landhuis, werd omgevormd tot "château". In 1881 werd een "réconstruction totale" geregistreerd voor alle gebouwen. Het huidige landhuis werd gebouwd en ook de bijgebouwen werden vernieuwd, deze stonden geregistreerd als "château" en woningen. Het geheel bestond uit een vleugel ten noordwesten met het landhuis en bijgebouw en een parallelle dienstvleugel ten zuidoosten. Enkel jaren later werd de serre op de koer tegen de oostelijke muur geregistreerd (1885) en een vleugel haaks op het landhuis. Beide zorgen ervoor dat de gebouwen nu rond een gesloten binnenkoer liggen.

In het park ten noordwesten van het landhuis bevindt zich tegen de Dreef nog een omwald eiland. Volgens Wouters was dit de burcht van de ridders van IJse. Latere auteurs, zoals Verbesselt, namen deze stelling over. Hierover is nog geen bewijsmateriaal in de vorm van archiefbronnen gevonden. Waarschijnlijk gaat de vijver met eilandje wel terug op een motte, maar archeologisch onderzoek moet dit uitwijzen.

Op de zogenaamde Villaretkaart uit midden 18de eeuw staat het omwalde eiland afgebeeld als twee eilanden die met elkaar verbonden zijn. Er staat geen bebouwing aangeduid op deze eilanden. Op de voorontwerpkaart van de veel gebruikte Ferrariskaart (1764-1771) is dit eiland met vier ronde uitstulpingen zichtbaar in een grote rechthoekige vijver. Het eiland is verdeeld in vier gelijke delen, waarvan twee nog ingekleurd zijn als bebouwd. Op de Ferrariskaart (1770-1778), bewaard in de Koninklijke Bibliotheek, is deze bebouwing niet meer zichtbaar.

De huidige moestuin ten noordoosten van het complex, al zichtbaar op de Ferrariskaart, wordt in 1920 kadastraal geregistreerd.

Beschrijving

Verankerde bakstenen gebouwen grotendeels uit de tweede helft van de 19de eeuw die met elkaar worden verbonden door een bakstenen ommuring rond een deels verharde binnenplaats. Ten zuidoosten tegen de Grotstraat ligt een langgestrekt bijgebouw met conciërge- of personeelswoning (?). Evenwijdig hiermee ten noordwesten een voormalige personeelswoning en wagenhuis met stallen. Aansluitend tegen het wagenhuis het eigenlijke landhuis met dwarse aanbouw.

Tegen de noordoostelijke muur is een half serre met metalen gebint gebouwd (zuidwestelijk georiënteerd). Toegang tot de binnenplaats in de noordelijke muur door een poort onder houten latei. Naast de poort staan blauwe hardstenen schamppalen.

Personeelswoning

Eénlaags volume, waarvan de voorgevel wit geschilderd werd, onder pannen zadeldak met dakvensters. De rechtse traveeën van de personeelswoning zijn voorzien van rechthoekige beluikte muuropeningen met hardstenen dorpels. De linkse traveeën hebben gewijzigde rechthoekige muuropeningen. De dakvensters zijn rondboogvormig. De erfgevel heeft een meer gesloten karakter met oorspronkelijke (?) resten van de rode kaleilaag en verschillende (gewijzigde?) rechthoekige muuropeningen. In de meest rechtse travee rechthoekige poort onder houten latei en met witte zandstenen hoekblokken. Ten zuiden lage aanbouw onder schilddak.

Personeelswoning met wagenhuis en paardenstallen

Mogelijk bevat dit gebouw in kern nog elementen van het 18de-eeuwse hoevegebouw. Het is een éénlaags bakstenen gebouw onder een pannen zadeldak met dakvensters en met links een personeelswoning en rechts het wagenhuis en de paardenstallen. De erf- of zuidgevel heeft rechthoekige muuropeningen met blauwe hardstenen omlijstingen. Centraal is er een rechthoekige poort onder houten latei. De park- of noodgevel wordt gekenmerkt door een gewijzigde muuropening met houten latei, van een voormalige poortdoorgang (?) en rechthoekige muuropeningen met hardstenen dorpels. In de gevel zijn witte zandstenen blokken zichtbaar. In zijgevel kleine rechthoekige muuropening en oculus. Op de muren zijn nog resten zichtbaar van een rode kaleilaag en een witte beschildering. Paardenstallen met bewaarde indeling met blauwe hardstenen voederbakken en tussenschotten. Bakstenen vloeren.

Landhuis

Onderkelderd landhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder een leien schilddak met dakvensters. De gevel is afgelijnd met geblokte hoekpilasters en een overhoekse bakstenen fries. De gevels waren in het verleden rood gekaleid en in latere fase ook geel geschilderd, de verflaag is nog geheel aanwezig onder de pergola. Door het verdwijnen van de verflaag zijn in de gevel banden van gesinterde baksteen zichtbaar. De gevel wordt geritmeerd door getoogde muuropeningen in verdiepte getoogde velden; vernieuwd schrijnwerk, vroeger met luiken (zie oude postkaarten en bewaarde duimen). Steigergaten met leeuwenkopjes. Tegen de noordwestelijke gevel pergola op zes geblokte pijlers en pilasters. Tegen de zuidwestelijke zijgevel ronde erker van twee bouwlagen. Deze erker werd in twee fases opgetrokken begin 20ste eeuw (?), eerst één bouwlaag met bekronend balkon, later twee bouwlagen. Ook de pergola is van latere datum dan het landhuis, op oude postkaarten stond er op deze locatie eerst een glazen luifel. Op de oudste foto (datum onbekend) van het landhuis is zichtbaar dat de dakrand was afgewerkt met een uitgewerkt windbord en op de nok stond een vorstkam. Haaks op het landhuis ten zuidwesten uitbreiding van latere datum (volume kadastraal geregistreerd in 1920) van twee bouwlagen onder zeer laag schilddak. Getoogde muuropeningen in verdiepte velden naar analogie met het eigenlijke landhuis.

Park

Het landhuis met bijgebouwen is gelegen in een groot domein met aangelegde tuin, moestuin, boomgaard en park in landschappelijk stijl.

Op de Ferrariskaart is nog geen parkaanleg zichtbaar. Ten noordoosten van de hoeve was wel een moestuin te situeren. Sporen van de oude waterburcht, ten noorden van het park tegen de Dreef, zijn net als op de Ferrariskaart vandaag nog aanwezig in de vorm van een eiland in de vijver.

De hoofdtoegang tot het landgoed is gelegen aan de Dreef en loopt in zuidoostelijke richting tot het landhuis. Deze weg is al zichtbaar op de kaarten uit begin 19de eeuw. Het park zelf in landschappelijke stijl werd waarschijnlijk aangelegd begin 20ste eeuw.

Het grootste deel van het park is bebost. Het beboste domein wordt van aan de Dreef tot aan de Grotstaat van noordwest tot zuidoost doorsneden door een holle weg, vandaag de buurtweg Nachtegaelepad en Justus Lipsius wandelpad (al zichtbaar op de Atlas van de Buurtwegen).

Op de database Beltrees staan volgende bijzondere bomen vermeld:

  • Calocedrus decurrens (wierookceder)
  • Castanea sativa (tamme kastanje)
  • Chamaecyparis pisifera (Japanse cipres)
  • Fraxinus Americana (Amerikaanse es)
  • PLATANUS x HISPANICA (gewone plataan) meer dan zes meter omtrek
  • ULMUS x HOLLANDICA (Hollandse iep)

Het meest opvallende is de grote plataan met lage vertakkingen ten westen van het landhuis.

Tijdens het veldwerk van 27 juni 2016 werden volgende bomen gemeten:

  • Liriodendron (tulpenboom): 3,95 meter
  • Sequoiadendron giganteum (mammoetboom): 4,70 meter
  • Abies (Ziverspar): 1,77 meter
  • Fraxinus Americana (Amerikaanse es): 2,83 meter
  • Ulmus x hollandica (Hollandse iep): 4,78 meter
  • Acer saccharinum (zilveresdoorn): 3,40 meter
  • Castanea sativa (tamme kastanje): 5,15 meter
  • Cedrus libani (Libanese ceder): 3,10 meter
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Overijse, afdeling VI (Overijse), 1847/18, 1881/12, 1885/28 en 1920/95.
  • Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5000.
  • Kaart van Villaret, Institut National de l’Information Géographique et Forestière, Sint-Mande (France), CH 292, uitgegeven 1745, schaal 1:14.400.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden: assemblage van de minuten, Jozef Jean François de Ferraris, Oesterreichisches Staatsarchiv - Kriegsarchiv, tot stand gekomen in 1764-1771, schaal 1:11.520 [online], http://mapire.eu/en/map/fms-habsburg-netherlands/?zoom=16&lat=50.77384&lon=4.53853&layers=osm%2C10&bbox=505472.09640703583%2C6580899.694997763%2C507428.40659970953%2C6581905.31965114 (geraadpleegd op 31 augustus 2017).
  • VANDE PUTTE G. 1986: Burchten, motten en kastelen te Overijse. De archivalische stand van zaken bij het archeologisch speuren naar de Beiersmotte, Zoniën 10.2, 50-73.
  • VAN SAN P. 2013: De toestand van de Sint-Martinusparochie van Overijse centrum omstreeks het jaar 1900, Zoniën 37.2, 61-87.
  • VERBESSELT s.d.: Tussen Zenne en Dijl VII, Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw, deel XVII, Tielt, 97-109.

Auteurs: Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein Bisdom [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300432 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.