Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1883 opgetrokken in opdracht van de heer G. Van Spilbeek. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de rijwoning twee bouwlagen en een mezzanine onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een hoge, geprofileerde plint. Geleed door de puilijst, met schijnvoegen op de begane grond, wordt de compositie geritmeerd door het twee traveeën brede risaliet links, en het smalle portaalrisaliet rechts. Dit laatste krijgt de klemtoon door het omlijste rondboogportaal met sluitsteen en lauwertakken, het balkon met acanthusconsoles en balustrade erboven, een oculus met guirlande in de mezzanine, en een gebogen pseudo-fronton. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van vlak omlijste, rechthoekige vensters, op de eerste verdieping gemarkeerd door entablementen op consoles en bewerkte borstweringen. De gevelbeëindiging bestaat uit een architraaf, de mezzanine, en een houten kroonlijst op klossen, tandlijst en zware voluutconsoles. Het houten schrijnwerk van de vensters, de smeedijzeren deurwaaier en de gietijzeren voetschraper bleven behouden, de inkomdeur werd vernieuwd.