Appartementsgebouw in brutalistische stijl naar ontwerp van architect Paul Meekels uit 1979, met als opdrachtgever Forbin Cy Ltd, vertegenwoordigd door de heer Van Rompaey. Dit appartementsgebouw maakt deel uit van het latere oeuvre van Paul Meekels, wiens persoonlijke loopbaan midden jaren 1950 van start ging, na een stage op het architectenbureau van Léon Stynen. De architectuur is symptomatisch voor het rationele minimalisme dat Meekels vanaf de jaren 1970 beoefent, bepaald door ruimtelijke helderheid, constructieve logica en een doorgedreven economie van materiaal en middelen. Dit gebouw vertoont sterke gelijkenissen met een eerder gerealiseerd appartementsgebouw Esch in de Beeldhouwersstraat

Het gebouw omvat twee appartementen verdeeld over vijf bouwlagen, deels opgedeeld door middel van split-levels. Constructief is het gebouw opgetrokken uit een skelet uit glad gekofferd wit beton, ingevuld met witte sierbetonsteen. De voorgevel manifesteert zich als een transparant vlies binnen een minimalistisch frame van glad beton. Door het doortrekken van de vloerplaten en de balkkoppen tot buiten het vlak van de gevel, wordt de structuur van het gebouw geaffirmeerd als een horizontale stapeling van identieke modules. Enkel de bovenste bouwlaag wijkt hier van af en maakt een sterk gesloten indruk met slechts één venster, in tegenstelling tot de gevelbrede raampartijen bij de onderliggende verdiepingen. De reden hiervoor is te vinden in de oriëntatie van het perceel: door de zuidgerichte voorgevel is een vrij gesloten ruimte op dit niveau noodzakelijk, om de achterliggende slaapkamer voldoende koel te houden. Een gesloten borstwering schermt de terugwijkende dakverdieping af.

Op de begane grond situeert zich aan de straatkant een carport met plaats voor twee auto’s, afgesloten door middel van een hek, op de bouwplannen aangeduid als "om de hoek schuivend ijzerwerk". Via een doorgang aan de linkerkant is er toegang tot een tochtsas. Aan de rechterkant van dit sas bevindt zich het trappenhuis. Dit sas geeft ook toegang tot het eerste appartement, met op dit niveau een vestiaire en toilet aan de straatkant en de trap naar de eerste verdieping.

Op de eerste verdieping is aan de straatkant de woonkamer van het eerste appartement gelegen. Aan de tuinkant situeert zich de keuken. Dit deel van het appartement is op deze verdieping ook bereikbaar via het hoofdtrappenhuis.

Vanaf de tweede verdieping wordt het gebouw opgedeeld door middel van split-levels. Aan de straatkant bevindt zich nog de slaapkamer en de badkamer van het eerste appartement. Aan de tuinkant situeert zich op de hoger gelegen split-level de toegang tot het tweede appartement, met vestiaire met toilet en een steektrap naar het volgende niveau. De verschillende niveaus worden allen verbonden door steektrappen, centraal gelegen in het appartement.

Op de derde verdieping is aan de straatkant de zithoek van het tweede appartement te vinden. Aan de tuinkant bevinden zich op split-level achtereenvolgens de eetkamer en de keuken met zicht op de tuin.

De vierde verdieping omvat aan de straatkant een eerste slaapkamer met eigen badkamer. Aan de tuinkant situeert zich op de hoger gelegen split-level een bibliotheek, alsook een tweede slaapkamer met eigen douche. De centraal gelegen bibliotheek en trappen worden verlicht door schuine daklichten. Via de bibliotheek biedt een trap toegang tot het dak aan de straatkant.