Hoekhuis van drie bouwlagen naar ontwerp van architect Paul Meekels uit 1962, met als opdrachtgever Vital De Belder. Deze woning behoort tot het vroege oeuvre van Paul Meekels, ontworpen net na zijn stage bij Léon Stynen midden jaren 1950. Uit dezelfde periode dateert ook het ontwerp van de woning Mel aan de Sint-Augustinuslaan en de naburige woning Van Baerle in de Prieelstraat.

Meekels zag dit project als een uitdaging door de problematische oriëntatie van het perceel: de voorgevel is oostelijk gericht en de kopgevel bevindt zich aan de noordkant, waardoor de scheidingsmuur met het aanpalende pand zuidgericht is. Meekels wou, ondanks de slechte oriëntatie, toch zo veel mogelijk licht binnen brengen in de woning.

Constructief stapt Meekels af van het betonskelet dat hij in de voorgaande woningen toepaste (zoals bijvoorbeeld bij zijn eigen woning in de Keizershoevestraat). Deze omslag vindt plaats door de ervaring dat de lichte gevelinvulling zorgt voor slechte geluidsisolatie. Hij introduceert een mix van draagmuren uit donkerrode handvormsteen, kolommen uit glad gekofferd beton en betonbalken. Vernieuwend zijn de ramen, die rechtstreeks zonder raamkader in de ruwbouw zijn bevestigd. De inspiratie voor deze methode haalde Meekels waarschijnlijk uit één van de vele bezoeken aan de kathedraal van Antwerpen, waar ook het glas in lood rechtstreeks in het stenen maaswerk is ingewerkt. Dit principe past hij ook toen in de Parochiekerk Pius X aan de Groenenborgerlaan. De originele raampartijen zijn bewaard.

De inventieve oplossing van Meekels om toch voldoende zon binnen te brengen in de woning schuilt erin dat de kopgevel van de scheidingsmuur wordt weggevouwen, waardoor de plattegrond van de woning de vorm van een afgeknotte driehoek krijgt. Hierdoor ontstaat op de eerste verdieping een trapeziumvormig terras.

Om inkijk te vermijden, wordt de woning 2 meter naar achter geschoven ten opzichte van de rooilijn, waardoor op de eerste verdieping een bloembak van 2 meter diepte ontstaat. Tegenover de inkom plaatst Meekels een bakstenen wand met een dubbele functie: enerzijds als ondersteuning van de bloembak, anderzijds als beschutting en afscherming van de voordeur.

Op de begane grond bevindt zich aan de straatkant links de garage en rechts de fietsenstalling. Via een tochtsas is er toegang tot de hal van de woning met toilet en trap naar de eerste verdieping. Ook zijn er twee bergingen voorzien, waarvan één voor tuinmateriaal. Achteraan bevindt zich een speelkamer met vide. Deze vide is voorzien zodat de ouders vanuit de woonkamer op de eerste verdieping de kinderen in de speelruimte kunnen gadeslaan.

Naast de zithoek situeert zich op de eerste verdieping aan de tuinkant een trapeziumvormig terras met bloembak, alsook de keuken en eetkamer in één open ruimte aan de straatkant.

Op de tweede verdieping bevinden zich drie slaapkamers, een badkamer en toilet, een naaihoek en een wasplaats met aanpalend droogterras.