Commandopost opgericht tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter samen met acht andere schuilkelders in Overijse. De commandopost bevindt zich onder het talud voor het oude gemeentehuis ten noorden van de Sint-Martinuskerk.
In de gemeente werden tijdens de Tweede Wereldoorlog negen schuilkelders gebouwd ter bescherming van mogelijke luchtbombardementen. De kelders kwamen er na een bezoek van Rolland Foucart, architect in dienst van het "Syndicat d’étude pour la construction d’abris contre les effects des bombardements", aan de gemeente. Hij ging na hoe de gemeente zich kon beschermen tegen mogelijke luchtbombardementen. De bouw van de kelders alsook de opmaak van de plannen en de aanbesteding werden gefinancierd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Directie der Passieve Luchtbescherming. In 1941 ging de gemeente in op het aanbod, omdat ze luchtaanvallen vreesde door de aanwezigheid van twee grote banen en de nabijheid van een munitieopslagplaats van de bezettende overheid. Ze vroeg 18 "schuilloopgrachten" aan. Uiteindelijk werden er hiervan negen weerhouden en aanbesteed aan de firma "Engema" uit Elsene. De bouw vond plaats in 1941 en 1942. Ze kregen allen eenzelfde plan dat aangepast werd aan de locatie. De locatie van acht schuilkelders is bekend. Na de oorlog mocht de gemeente beschikken over de kelders met de verantwoordelijkheid van het onderhoud.
Sommige bronnen beweren dat deze kelder al bestond voor 1940 en gebouwd werd als onderdeel van de KW-linie, maar dit wordt weerlegd door recenter onderzoek (Aertsen, 2013). In 1941 werd de opdracht gegeven tot het bouwen van een kleine commandopost. Het ontwerpplan werd goedgekeurd in 1942. Deze schuilkelder week af van de andere in de gemeente omdat hij niet werd ontworpen als burgerschuilplaats maar als commandopost. Er zijn verschillende vertrekken waaronder douches, een slaapvertrek, een verzorgingskamer en een bestuurskamer. In 1945 deed de kelder tijdelijk dienst als eerste hulppost van het Rode Kruis, waardoor hij vaak als "ziekenhuisbunker" wordt bestempeld. De kelder is vandaag in gebruik als opslagplaats.
De commandopost is heel duidelijk zichtbaar vanop het plein door zijn deels boven de grond zichtbare toegangen. Vandaag zijn deze twee toegangen afgesloten met een ijzeren hek. Bovenop de schuilkelder is nog een verluchtingsschacht zichtbaar.
- AERTSEN W. 2013: Schuilkelder uit WOII omgebouwd tot schuilplaats voor vleermuizen, Zoniën 4.37, 181-208.
- VYNCKIER G. 2012: Rapportage Toevalsvondst Stationsplein/Processiestraat, Overijse (Prov. Vlaams-Brabant), onuitgegeven rapport Onroerend Erfgoed.
- VYNCKIER G. 2012: Resten uit een nabij verleden: archeologische toevalsvondsten in Vlaams-Brabant 2012, Archeologie 2012. Recent archeologisch onderzoek in Vlaams-Brabant, 16-18.