erfgoedobject

Heuvel van het Banhoutbos

landschappelijk geheel
ID
300489
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300489

Juridische gevolgen

Beschrijving

Dit gebied wordt gekenmerkt door een heuvelig landschap met overwegend open akkerland, sporadisch begrensd door perceelrandbegroeiing en op de heuveltop door een dominant en beeldbepalend kasteelpark met aan de rand verschillende dreven.

Fysische geografie

Het gebied ligt op het interfluvium tussen Schelde en Leie en op de west-oost gerichte rug van Aalbeke-Heestert. De basis van het reliëf wordt er gevormd door de tertiaire afzettingen (Lid van Moen). Deze bestaan uit kleien op zanden. Als gevolg van terugschrijdende erosie zijn tertiaire sedimenten door verschillende waterlopen geërodeerd. In de ruime omgeving zijn grote hoeveelheden sedimenten geërodeerd tot op het Lid van Moen (Formatie van Kortrijk (eoceen)). Waar sedimenten niet erodeerden zijn ruggen ontstaan. Zo is de rug van Aalbeke–Heestert gevormd die bestaat uit de tertiaire lagen van het Lid van Aalbeke en van de Formatie van Tielt op de hoogste toppen (± 60 m TAW). Binnen de afbakening wordt de heuvel gevormd door het Lid van Aalbeke. Het is een restheuvel. De heuvel heeft een hoogte van ongeveer 58 m TAW.

De tertiaire afzettingen zijn met een laag kwartaire afzettingen afgedekt waarvan de dikte sterk varieert. Op het interfluvium schommelt de dikte van het kwartair rond de 1 à 5 m. Op de top van de heuvel van het Banhoutbos is de dikte minder dan 1,2 m. Op de hellingen en aan de voet van de hellingen is de dikte van het pakket groter, gemiddeld 5 m. Door dit dunne kwartaire dek en het ondiepe tertiaire substraat zijn de hoogste gronden minder geschikt gebleken voor landbouwdoeleinden en zijn daarom langdurig bebost gebleven.

De bodems in het gebied vertonen een nat tot matig nat zandleemprofiel. Lokaal komen enkele meer kleiige bodems voor. De matig natte gronden zijn zeer goede landbouwgronden. De natte zandleemgronden zijn eerder matig geschikt voor akkerbouw en geschikt voor grasland.

Ten zuiden van het kasteelpark Banhoutbos loopt de Kleine Kasselrijbeek. Deze waterloop doorsnijdt de heuvelrug die gevormd wordt door Wulfsberg en het kasteelpark Banhoutbos in het noorden en de Keiberg in het zuiden.

Ten noorden van het kasteelpark Banhoutbos is er een waterloop die de heuvels Wulfsberg en Banhout van elkaar scheidt.

Cultuurhistorie

Door de ligging op een heuvel tussen Schelde en Leie en de aanwezigheid van vruchtbare bodems wordt een vroege menselijke aanwezigheid binnen het gebied vermoed. Het prototype hiervan zijn hoogtesites met vroege bewoning, zeker vanaf de Keltische periode. In het gebied zijn er langs de weg naar Heestert diverse vondsten uit het mesolithicum bekend. Gelijkaardige vondsten onder de vorm van silexstenen op minder dan 2 km van het gebied bevestigen dit. De talrijke archeologische vondsten op de diverse heuveltoppen in de ruime omgeving (onder andere in Kooigem) wijzen eveneens op een nagenoeg continue menselijke aanwezigheid in de regio.

De heuvel van het Banhoutbos ligt vooral op het grondgebied van de gemeente Zwevegem. De oudste vermeldingen van Zwevegem gaan terug tot in de 11de eeuw. De benaming is terug te vinden op een kapel uit die periode; de ‘Capella Sueuegehem’. Het is een ‘-gem’ toponiem wat normaliter verwijst naar ‘huis van’ of ‘woonplaats van’. Deze ‘-gem’ toponiemen verwijzen naar de Frankische periode vanaf het midden van de 5de eeuw. Deze benaming is dan vermoedelijk ook te vertalen naar ‘de woning van de lieden van Swibo’ of ‘Swivo’ volgens Gysseling. Volgens Debrabandere zou de naam veeleer af te leiden zijn van de Germaanse naam ‘Swabo’, ‘Suabo’ of ‘Suabin’, teruggaand op het Oud-Saksische ‘Suavus’ of ‘Suevus’, de volksnaam van de Sueven, de Duitse Schwaben.

Het toponiem ‘ban’ zou zijn oorsprong vinden bij het zgn. ‘bannelingenbos’. Houtdieven en stropers zouden zijn opgesloten in de woning van de boswachter om daar te wachten op hun straf. Debrabandere stelt evenwel dat de term refereert naar het Middelnederlands ‘ban’, dat naast ‘gebod, rechtspraak’ ook ‘rechtsgebied’ en/of ‘brug’ betekent. Het toponiem ‘hout’ is afkomstig van ‘holt’ dat op zijn beurt komt van het Germaanse woord ‘hulta’ wat hout of bos betekent. Waarschijnlijk golden er in het Banhoutbos, dat wellicht een grafelijk boseigendom was, specifieke gebruiksrechten, waarop al dan niet streng werd toegezien. Er kan aangenomen worden dat tijdens de middeleeuwen het landschap overwegend uit bos bestond (zoals nagenoeg overal in het Vlaamse binnenland). Het Banhoutbos is als dusdanig een relict van een omvangrijk bossencomplex dat zich tot in de 12de eeuw uitstrekte tussen de alluviale vlakte van de Leie en de Schelde. De dikte van de humuslaag en de aanwezigheid van adelaarsvaren, naast andere bosplanten als dubbelloof, salomonszegel en dalkruid, bevestigen het oude karakter van het bos.

De benamingen ‘Banhout’ en ‘Banhoutbos’ worden vanaf 1450 regelmatig vermeld op kaarten en in geschriften. Naar verluidt wordt het bos weergegeven op een kaart van 1644 opgesteld door landmeter L. de Bersaques. Het bos werd ook aangeduid op ‘Carte des Camps d’Hauterive et d’Harlebeck’. Later werd het ook voorgesteld op de zevende kaart van het landboek van 1758. De drevenstructuur is er duidelijk herkenbaar. Op de kabinetskaart van de Ferraris (1771-1778) wordt het bos weergegeven als ‘Banhoutbosch’. De omvang van het bos is iets afgenomen in vergelijking met de kaart uit het landboek. Het bos grensde in het oosten tot aan de weg Sint-Lodewijk - Heestert, tot ongeveer de hoogtelijn van 30 m in het westen en tot aan de waterloop in het noorden. In het zuiden is het bos beperkt ruimer dan het huidige bos. Rond dit ruime bos zijn diverse hoeves en hoofdzakelijk akkerland gelegen. De verschillende percelen zijn omzoomd met perceelsrandbegroeiing. In het oosten is er een historische hoeve met walgracht waarvan vandaag nog restanten in het landschap aanwezig zijn. Ten noorden van het Banhoutbos stonden in de 18de eeuw twee molens. Ten zuidoosten van het huidige kasteelpark is er de historische hoeve Banhoutboshof welke reeds op de kabinetskaart van de Ferraris is aangeduid.

In het midden van de 19de eeuw wordt het centrale deel van het bos omgevormd tot kasteelpark. Het bos zelf wordt ontsloten met wandelpaden in landschappelijke lusvormen. Bij het ontwerp van het parkbos worden enkele van de oude bestaande boswegen gebruikt. De omgeving van het kasteel wordt wellicht in meerdere herwerkingen tijdens de tweede helft van de 19de eeuw ingericht met parkgazons, bomen- en struikengroepen. In het huidige park resteren onder meer bruine beuken en rododendronmassieven en enkele solitaire bomen waaronder een omvangrijke mammoetboom. In de eerste helft van de 19de eeuw werd het bos in hoofdzaak aan de zuidwestelijke zijde deels gerooid. In de tweede helft van de 19de eeuw werd een groot deel van het gebied tussen de weg die Sint-Lodewijk met Heestert verbindt en het huidige kasteelpark gerooid. Dit gebeurde ook in beperktere mate in het noordwesten en het zuidwesten. Belangrijke heraanplantingen gebeurden in 1898. Een drietal langgerekte wandeldreven delen het domein op. De dreven lopen een stuk door buiten het parkbos. Eén weg, ondersteund door een zichtas vanaf het kasteel, over het parkgazon en de solitaire mammoetboom, stemt overeen met de zgn. Nieuwe poortdreef, afgezet met beuken en eindigend op een parkhekken. Een andere weg, de Larixdreef, eertijds beplant met lorken, loopt uit in de zuidoostelijke hoek van het bos en de derde weg of zogenaamde Boswachtersdreef, tussen het kasteel en de boswachterswoning, loopt in zuidelijke richting en eindigt aan een parkhekken met natuurstenen pijlers, van waaruit men een uitzicht krijgt op het dorp Heestert. Tussen de dichte parkbosdelen lopen enkele slingerende boswegen. In zuidwestelijke richting was eertijds een ruim panorama uitgewerkt met zichten op de gehuchten Kreupel en Knokke. Deze voormalige zichtassen zijn inmiddels dichtgegroeid. De afsluitende haag rond het parkbos is nog gedeeltelijk bewaard.

Het parkbos is overwegend van het eiken-beukenbostype. Plaatselijk komen ook enkele tamme kastanjes voor in de struiklaag. In de kruidlaag groeit er gewone salomonszegel, valse salie, schaduwgras en witbol. Er is eveneens één exemplaar van een wintereik welke waarschijnlijk samen met plantgoed van zomereik na de Eerste Wereldoorlog werd aangeplant. De dreven bestaan hoofdzakelijk uit zomereik en gewone es.

Het parkbos wordt omringd door open akker- en weilanden. De weilanden sluiten bij het parkbos of bij de hoeves aan met af en toe restanten van perceelsrandbegroeiing. Rondom het Banhoutbos zijn kleine landschapselementen te vinden zoals begroeide taluds. De percelen rondom het kasteelpark zijn tot op heden onbebouwd gebleven.

Van verschillende wegen rondom het Banhoutbos zijn de tracés dezelfde als deze op de kabinetskaart van de Ferraris. Het wegenpatroon volgt immers het interfluvium. Vele van de huidige wegen zijn dan ook de restanten van oude tracés die vaak gesitueerd waren op hooggelegen posities. Rond 1850 is er een tracé getrokken van de huidige Otegemse Steenweg (ten noorden van het gebied) naar het Banhoutbos. Deze straat, de huidige Wulfsbergstraat, verbond ook drie molens, waaronder de Wulfsberg Molen, met de Otegemse Steenweg. Deze drie molens zijn allemaal verdwenen uit het landschap.

De bebouwing ligt op de kam of aan de voet van de heuvel en bestaat vooral uit hoeves. Het landschap heeft een uitgesproken open karakter met weidse vergezichten van op de heuvelrug (onder andere naar het Kanaal Bossuit-Kortrijk). Het Banhoutbos en de dreven benadrukken de topzone.

Het kasteel wordt volgens de literatuur opgetrokken in 1854 en aanvankelijk gebruikt als zomerverblijf. Het situeert zich op het hoogste punt van het parkbos. Ten noordwesten ervan liggen stallingen en een wagenhuis. De mutatieschets bij het kadaster van 1865 toont het kasteel, het koetshuis (1853-1854) en drie bijgebouwen. In 1881 worden er nog twee kleine rechthoekige volumes bijgebouwd, waaronder vermoedelijk een kleine duiventoren, en in 1910 wordt er een volume in het verlengde van het koetshuis opgetrokken. Aan de zuidoostelijke zijde van het kasteelpark staat een kleine boswachterswoning. Het Banhoutboshof vormt waarschijnlijk een onderdeel van de gebouwen bij het kasteel maar dateert reeds uit de 18de eeuw en bewaart mogelijk een nog oudere kern. Typerend bij deze hoeve met wagenhuis en schuur is het gebruik van natuurstenen omlijstingen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt het kasteel tijdelijk in gebruik genomen door stafdiensten van het Duitse leger. De bezetter kapt ook vele bomen weg in het park om het hout te kunnen gebruiken als frontmateriaal. In het parkbos zijn uit deze periode ook lokale sporen bewaard van oefenloopgraven. Tijdens het Britse bevrijdingsoffensief van oktober 1918 wordt de strategische hoogte zwaar bestookt met artilleriegeschut en geraken de gebouwen zwaar beschadigd. Ook in de Tweede Wereldoorlog verschanst de Duitse bezetter zich op het domein en worden de stallingen gebruikt als veldhospitaal. Enkele kleine bijgebouwen worden omstreeks 1995 gesloopt, evenals de voormalige hovenierswoning. Een recente woning wordt op dezelfde plaats opgetrokken.

Door het permanent bosgebruik komen waardevolle vegetatietypes voor, met name plateau- en hellingbossen bestaande uit zuur beukenbos en fragmentair eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint.

Over het gebied loopt er een hoogspanningslijn die vertrekt vanuit de dominant in het landschap aanwezige elektriciteitscentrale aan de overzijde van het Kanaal Bossuit-Kortrijk.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Gereduceerde Kadasterkaart van België, Dépôt de la Guerre, uitgegeven in 1845-1855, schaal 1:20.000.
  • Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Eerste editie, Krijgsdepot, uitgegeven in 1865-1880, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Tweede editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1880-1884, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1889-1900, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Herziening derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1900-1930, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1928-1950, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Geografisch Instituut, uitgegeven in 1949-1970, schaal 1:25.000.
  • BOGAERT J. 1993: Tussen Leie en Schelde in 1918, in het spoor van de negende (Schotse) Divisie, Vichte.
  • BOGEMANS F. 2007:. Toelichting bij de Quartairgeologische kaart, kaartblad 29, Brussel.
  • DEBRABANDERE F. e.a. 2010: De Vlaamse gemeentenamen, verklarend woordenboek.
  • HERMY M & KINDS L. 1983: Vegetatiekundige aspecten van enkele bossen in het Zuidvlaamse Heuvelland, Jaarboek Stichting M. Yourcenar, 26-46.
  • DE GEYTER G. e.a. 1999: Toelichting bij de geologische kaart van België, Vlaams Gewest, Kaartblad 29 Kortrijk, Brussel.
  • KINDS L. 1983: Vegetatiekundige en ecologische studie van bronbossen van het Zuidvlaams Heuvelland, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent.
  • LEIEDAL 2011: Kanaal Bossuit-Kortrijk Geïntegreerde visie en inrichtingsvoorstellen in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, Kortrijk.

Bron: Aanduidingdossier Ankerplaats 'Heuvel van het Banhoutbos', definitieve aanduiding 26/02/2014. Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Himpe, Koen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Banhoutbos

  • Is deel van
    Deerlijk

  • Is deel van
    Heestert

  • Is deel van
    Zwevegem


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Heuvel van het Banhoutbos [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300489 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.