erfgoedobject

Historische stadskern van Zottegem

archeologisch geheel
ID
300550
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300550

Juridische gevolgen

Beschrijving

Algemene Beschrijving

Zottegem is gelegen in de Vlaamse leemstreek. De historische kern is als bebouwde zone aangeduid op de bodemkaart. Ten westen en ten zuiden van het stadscentrum situeren zich droge leembodems met textuur B horizont en matig droge leembodems met textuur B horizont. Ter hoogte van de Bettelhovebeek die ten noorden en ten oosten van de historische kern gelegen is en naar de Wurmendriesbeek ten zuidwesten van de stad, komen matig droge, matig natte en natte alluviale leembodems voor. De stad bevindt zich op de noordwestflank van een heuvelrug waarop de gemeenten Grotenberge, Godveerdegem en Erwetegem gelegen zijn. Het zuiden van de historische kern ligt op ongeveer 65 m TAW en naar de Bettelhovebeek toe in het noorden daalt dit tot 50 m TAW. Op het gewestplan staat de historische kern bijna volledig ingekleurd als woongebied, met enkele verspreide kleinere gebieden die aangeduid zijn als gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut.

Archeologische nota

Er zijn slechts enkele schaarse archeologische gegevens binnen de historische stadskern die wijzen op oude nederzettingssporen. Ter hoogte van de Wolvenstraat-Hoogstraat zijn twee kuilen aangetroffen die dateren uit de midden-bronstijd (De Mulder e.a. 2001; Deschieter 2001). Bij archeologisch onderzoek ter hoogte van de Heldenlaan werd een kuiltje aangesneden met een hoeveelheid ijzertijdscherven (750-500 v. Chr.) (De Wandel & Deschieter 2011, 269-271). Ook zijn er vondsten uit de Romeinse periode in de omliggende gebieden, maar deze houden geen verband met de historische stadskern en zijn aflijning.

Zottegem heeft nooit een middeleeuwse stadsversterking gekend waardoor deze niet kan dienen als leidraad bij de afbakening van de historische kern, zoals bij de meeste historische steden het geval is. De afgebakende zone omvat de voornaamste historische gebouwen, straten en zones uit de late middeleeuwen, zoals die uit het primitief kadaster kunnen afgeleid worden, en dat min of meer de situatie weergeeft zoals die op oudere plannen staat weergegeven. Het gaat hierbij om het stadszicht van Sanderus uit 1644, het stadsplan op de Kabinetskaart der Nederlanden van graaf de Ferraris (1771-1778) en het primitief kadaster uit 1852.

De oudste teruggevonden vermelding van Zottegem dateert uit 1088 waar een zekere Rothardus van ‘Sotengem’ wordt genoemd (De Potter & Broeckaert 1902). De naam komt van Sutto-inga-haim en betekent de hoeve van de familie van Sutto (Gysseling 1960). Dit Germaans -ingahem-toponiem werd aangewend van de 6de tot de 8ste eeuw en is een regelmatig terugkerend toponiem in de regio. De heren van Zottegem hebben hun maatschappelijke en politieke machtspositie verworven bij de machtsstrijd tussen de Vlaamse Graaf en de Duitse keizer in de 11de eeuw. Men veronderstelt dat de eerste woonkern ontstaan is ten noordoosten van de burcht van de heer van Zottegem. Het laatmiddeleeuwse toponiem ‘ten dorpe’ zou hiernaar verwijzen (Van Durme 1999, 18 en 54). Onder impuls van de lokale heren heeft Zottegem zich ontwikkeld tot 'Vrijheid', die enkele kleinere agglomeraties omvatte. De eerste vermelding van deze 'Vrijheid' dateert uit 1286. In een akte uit dat jaar brengt Geraard V van Zottegem leenhulde aan Jan van Avesnes, de graaf van Henegouwen. In de late 12de eeuw zou de oorspronkelijke kern ter hoogte van de burcht zich hebben verplaatst naar het zuiden toe. De reden waarom dit gebeurde is niet duidelijk. Hierbij ontstond er een centraal marktplein met parochiekerk, de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk, van waaruit de belangrijkste uitvalswegen vertrokken. De oudste aanwijzing voor de parochiekerk dateert uit 1162, wanneer het patronaat van de kerk, die afhing van de kerk van Strijpen, geschonken wordt aan de premonstratenzerabdij van Mont Saint Martin (Lamarcq 1989, 142). Als vrijheid is Zottegem nooit voorzien van vestingswerken, ook grote publieke gebouwen, een uitgebreid stratennet en meerdere marktpleinen ontbreken (De Wandel & Deschieter 2011, 262-263). Zottegem kende een bloei in de 14de eeuw door de lakenproductie en door een week- en jaarmarkt. De bewoning ging zich ontwikkelen langsheen de Nederstraete, de huidige Heldenlaan, de Markt en de Hoogstraat (De Wandel & Deschieter 2011, 263). Door de verwijderde ligging ten opzichte van waterwegen en belangrijke handelswegen, en door de invloedssfeer van andere meer belangrijke steden onder meer in de Dender- en Scheldevallei, speelde Zottegem vóór de 19de eeuw slechts een eerder centraliserende rol voor de lokale nijverheid.

In de binnenstad van Zottegem zijn al enkele archeologische waarnemingen en opgravingen gebeurd. Dit was onder meer het geval bij restauratiewerkzaamheden eind jaren ’80 en midden jaren ‘90 van vorige eeuw en in 2001 op de site van het kasteel van Egmont (Van Eenhooge 1995; Van Eenhooge 2013; De Schieter & De Mulder 2002). Hierbij kwamen de restanten van drie stenen gebouwen aan het licht. Een eerste werd geïnterpreteerd als elementen van een stenen donjon die de 15de-eeuwse burcht voorafging. Daarnaast kwam ook de castrale kapel uit de 12de eeuw aan het licht. Het gaat om een romaans zaalkerkje (7 x 13 m) met vierkant koor. Bij dit kerkje werd ook een gedeelte van de begraafplaats aangesneden. Deze castrale kapel zou al in de 12de eeuw uitgegroeid zijn tot de eerste parochiekerk van Zottegem en situeerde zich binnen het voorhof van de burcht. In de loop van de 14de of 15de eeuw wordt een nieuwe kerk gebouwd, de huidige parochiekerk ter hoogte van de Markt. Naast de castrale kapel en donjon werd nog een derde gebouw geattesteerd op de kasteelsite. Het gaat om een stenen zaalgebouw dat werd opgetrokken na de verdere uitbouw van de burcht op het eind van de 12de - begin 13de eeuw. Ook in het meer zuidelijk deel van de stad is er archeologisch onderzoek uitgevoerd. Op de ‘Remussite’ (Hoogstraat-Wolvenstraat) zijn er indirecte aanwijzingen voor de aanwezigheid van 10de-11de-eeuwse bewoning in de onmiddellijke omgeving. Daarnaast werden ook verschillende laat- en post-middeleeuwse sporen aangesneden (De Schieter 2001). Ook bij het onderzoek ter hoogte van de Heldenlaan werden restanten uit dezelfde perioden aangetroffen, met onder andere aanwijzingen voor de activiteiten van één of meerdere pottenbakkers in de 13de eeuw.

Evaluatie van de bewaringstoestand en motivatie voor de afbakening

Uit archeologisch onderzoek in de Zottegemse binnenstad blijkt duidelijk dat de historische stad over het algemeen een vrij goed bewaard en zeer gevarieerd bodemarchief bevat, dat het resultaat is van een continue bewoningsgeschiedenis.

De bewaring van de grondsporen is variabel naargelang de verstoringen die zowel in het heden als in het verleden zijn gebeurd. De anorganische resten zullen over het algemeen goed bewaard zijn, zoals dat al bij het archeologisch onderzoek in de binnenstad kon vastgesteld worden. Wat betreft de bewaring van organische resten is er momenteel niet echt duidelijkheid.

De stedelijke ruimte bewaart sporen van samenlevingen die daar achtereenvolgens aanwezig waren en deze ruimte aan hun noden hebben aangepast. Ze is met andere woorden het resultaat van een complex traject waarbij de invulling veranderlijk was naar gelang de sociaal-economische, maatschappelijke en institutionele context. Meer nog dan bij dorpen hebben stadsplattegronden een cumulatief karakter en verschillende fasen. De meeste steden zijn niet als geheel gepland, maar hebben vaak een oude nederzettingskern die teruggaat op een oude burcht of abdij, een economische infrastructuur of andere. Soms kunnen deze zelfs refereren naar een oudere, vroeg- of pre-middeleeuwse aanwezigheid.

Het gebruik van de 19de-eeuwse kadasterkaart als bron voor het onderzoek naar de historische gelaagdheid van een stad wordt gesuggereerd omdat deze een tijdsbeeld geeft van net voor de industrialisering en omdat dit de eerste nauwkeurige versie van het kadaster is met perceelsaanduiding. De oorspronkelijke perceelsindeling van een stad is een relatief stabiel element in de plattegrond, die vaak een prestedelijke oorsprong kent. Ondanks de processen van herverdeling blijven oude bezitsgrenzen en straatpatronen toch lang zichtbaar in het stedelijke landschap. De historische stedelijke kernen zijn immense archeologische sites en behoren tot de meest uitgebreide en complexe sites ter wereld, zowel in extensie als in stratigrafie. Tegelijkertijd zijn deze sites door permanente verstedelijking en stedelijke ontwikkeling ter plaatse zwaar bedreigd (Tys e.a. 2010).

De stad Zottegem is nooit van stadsmuren voorzien, waardoor andere afbakeningsgrenzen gezocht zijn, meestal een weg en één of meerdere perceelsgrenzen. De afbakening van de historische kern is gebaseerd op de spreiding van de bewoning van het stadscentrum zoals die op het primitief kadaster en de kaart van J.J. de Ferraris geregistreerd staat. Deze grens omvat de burcht van de heren van Zottegem en de bewoning langsheen de grote in- en uitvalswegen. De noordelijke afbakening bestaat uit de perceelsgrens van het domein van het kasteel van Egmont die overeen komt met het valleitje van de Bettelhovebeek. In het oosten bestaat de grens uit verscheidene perceelsgrenzen en een aantal straten: Vestenstraat, De Pauwstraat, Kapellestraat, Hospitaalstraat, Kleine Nieuwstraat. De zuidelijke afbakening wordt gevormd door enkele perceelsgrenzen en de Molenstraat. Voor de westelijke begrenzing is van zuid naar noord gebruik gemaakt van: Meerlaan, Wolvenstraat, perceelsgrenzen, Molenkouter, perceelsgrenzen, Kasteelstraat en opnieuw enkele perceelsgrenzen.

Bibliografie

Flandria Illustrata, Antonius Sanderus, uitgegeven in 1641-1644, 2 delen.

Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.

Gereduceerde Kadasterkaart van België, Dépôt de la Guerre, uitgegeven in 1845-1855, schaal 1:20.000.

DE MULDER G. & DESCHIETER J. 2005: Zottegem. Het archeologisch onderzoek in de stadskern, Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium. Jaarverslag van de provincie Oost-Vlaanderen 2004, 165-166.

DE MULDER G. & DESCHIETER J. 2006: Archeologisch onderzoek in de Zottegemse stadskern (2004) (O.-Vl.), Archaeologia Mediaevalis 29, 56-57.

DE MULDER G., DESCHIETER J. & VAN STRYDONCK M. 2001: Sporen uit de midden-bronstijd te Zottegem (O.-Vl.), Lunula. Archaeologia protohistorica IX, Dendermonde, 10.02.2001, 17-18.

DE POTTER F. & BROECKAERT j. 1902: Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, 5de reeks, 8ste deel, Gent.

DESCHIETER J. 2000: Zottegem: "Er zit meer dan je denkt...": archeologisch noodonderzoek in Zottegem, Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium. Jaarboek van de provincie Oost-Vlaanderen 1999, 159.

DESCHIETER J. 2001: 'Rommel onder Remus...' Archeologisch noodonderzoek in de Zottegemse stadskern, Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde. Handelingen X.1, 181-202.

DESCHIETER J. & DE MULDER G. 2002: Zottegem. Over de grafelijke burcht en een hospitaal, Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium. Jaarverslag van de Provincie Oost-Vlaanderen 2001, 169-170.

DESCHIETER J. & DE WANDEL T. 2009: Opgravingsverslag 'De Nieuwe Poort' Hoogstraat Zottegem, onuitgegeven rapport.

DESCHIETER J. & DE WANDEL T. 2007: Tussen pot en pint. Archeologisch onderzoek in de Hoogstraat, Archeologische kroniek van Zuid-Oost-Vlaanderen Bijdragen 10, 83-104.

DESCHIETER J. & DE WANDEL T. 2009: Over een baby in een kookpot onderweg naar de limbo... Een neonatale bijzetting uit de late middeleeuwen in de Hoogstraat te Zottegem, Handelingen van het Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde 14, 453-468 (73-88).

DE WANDEL T. & DESCHIETER J. 2011: Opgraving Heldenlaan Zottegem, site Vandenbossche, Handelingen van het Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde 15, 259-275 (71-87).

DE WANDEL T. & DESCHIETER J. 2011: Cachepots: verborgen laatmiddeleeuwse potten bij bloemist, Handelingen van het Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde 15, 253-257 (65-69).

GYSSELING M. 1960: Toponymisch woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland II, Gent.

LAMARCQ D. 1997: Het Egmontkasteel in Zottegem. Van burcht tot bibliotheek, Zottegems genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde. Handelingen VIII, 59-65.

LAMARCQ D. 1989: De bouwgeschiedenis van de O.L.V.Hemelvaartkerk te Zottegem, Handelingen Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde 4, 141-162.

TYS D., BUYLE E., VERDURMEN I. & CANTERS F. 2010: Vectorisering en karakterisering van nederzettingskernen op basis van het zgn. 'gereduceerd kadaster', Skar-Rapport 5, Brussel.

VAN DEN BOSSCHE H. 1990: De Burcht en het kasteel van Zottegem, M & L 9.3, mei-juni 1990, 12-48.

VAN DURME 1999: Plaatsnamen te Zottegem en Strijpen, Handelingen van het Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde 9, 3-208.

VAN EENHOOGE D. 2013: Archeologisch en bouwhistorisch onderzoek aan het Egmontkasteel in Zottegem, Handelingen Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde 16, 261-282.

VAN EENHOOGE D. 1995: Zottegem - Het Egmontkasteel, Archeologie, monument en landschap, s.l., Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilieu en Infrastructuur, Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Afdeling Monumenten en Landschappen.

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/20795 (geraadpleegd op 28 juli 2014).


Bron: AZ-dossier
Auteurs: Moens, Jan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Historische stadskern van Zottegem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300550 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.