Opgetrokken in een eclectische bouwtrant gedomineerd door neogotische en neorenaissancistische stijlelementen, naar ontwerp van architect Jules Coomans (Ieper) van 1931, ter hoogte van het vooroorlogse zogenaamde "Parnassushof" waarin sinds het eerste kwart van de 19de eeuw het theater was ondergebracht.

Schouwburg op rechthoekige plattegrond. Eén en een halve à twee bouwlagen onder complexe leien bedaking gedomineerd door de schilddaken van de dwarse west- en oostvleugel, en het tentdak van de centrale veelzijdige koepel; uitgewerkte gietijzeren bekroningen. Verankerde gele baksteenbouw op sokkel van Atrechtse zandsteen met arduinen belijning. Gebruik van Euvillesteen voor de arcade, de omlopende opengewerkte balustrade met twee uitkragende ronde torentjes in het midden van de lange zijden en de vensterconstructies.

Pleingevel van vijf traveeën en twee bouwlagen. Middenrisaliet van één bredere travee uitlopend op puntgevel met jaartal 1931 en het Iepers stadswapen in de top, onderaan aansluitend bij de over de begane grond doorgetrokken rondboogarcade (bepleisterde kruisgewelven) op pijlers; beeldhouwwerk: vrouw respectievelijk met waaier en masker in de rondboognissen van het risaliet, en harp- en mondharmonicaspeler respectievelijk links en rechts op balustrade van de arcade. Rondbogige muuropeningen.

Achter- en zijgevels geritmeerd door Brugse traveeën. Balustrade van de lagere gedeelten van de zijgevels onder meer in het midden doorbroken door drie puntgevels. Noordelijke zijgevel met borstwering, voorzien van halfverheven beeldhouwwerk: hoofden van respectievelijk van links naar rechts. Beethoven, drie vrouwelijke muzen en Mozart.

Sober interieur. Eenvoudige versie van de courante types in de theaterarchitectuur. Rechthoekige spektakelzaal met licht klimmende zitplaatsen, afgezoomd met een gebogen balkon uitziend op een rechthoekige scène.